Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1988/GB, 3 november 2008, beroep
Uitspraakdatum:03-11-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1988/GB

Betreft: [klager] datum: 3 november 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 juli 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de Landelijke afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (LABG) Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 18 augustus 2003 gedetineerd. Hij verbleef (onder meer) in de BGG Zoetermeer. Op 23 mei 2008 is hij overgeplaatst naar de LABG Nieuw Vosseveld, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt. Op 23 juli 2008 is hij overgeplaatst naar
de
Forensische schakelunit (FSU) Nieuw Vosseveld, waar een individueel regime geldt. Tegen die laatste beslissing heeft klager geen bezwaarschrift ingediend.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
De door de selectiefunctionaris opgevoerde redenen die tot zijn overplaatsing naar de LABG in Vught hebben geleid, kloppen niet. Klager heeft inderdaad een positieve uitslag van een urinecontrole gehad maar hij heeft nooit iemand bedreigd. Klager heeft
wel met een stoel gegooid maar dat gebeurde omdat hij toen al gedurende drie weken werd getreiterd door zijn bovenbuurman. Klager is niet betrokken geweest bij een vechtpartij. Klager heeft met een medegedetineerde gesproken over een andere
gedetineerde
die slecht over klager zou spreken. Toen klager die andere gedetineerde daarmee confronteerde, wilde deze die medegedetineerde aanvallen. Dit is door het personeel voorkomen. Klager heeft nooit de bedoeling gehad een vechtpartij te veroorzaken. Klager
had in eerste instantie gehoord dat hij zou worden overgeplaatst naar de BGG in Rotterdam of naar de KPO-afdeling van de penitentiaire inrichtingen Haaglanden. Uiteindelijk werd hij echter naar de LABG overgeplaatst. Klager kan zich niet met die
beslissing verenigen. Klager is van mening dat gedetineerden van de verblijfsafdeling in de BGG Zoetermeer hebben geprobeerd hem kapot te maken. Zo was er continu sprake van (bewuste) geluidsoverlast uit de bovenliggende cellen. Klager raakte door die
geluidsoverlast ernstig gestresst. Klager heeft nooit bedreigende uitspraken gedaan. Hooguit heeft hij een keer gezegd dat hij of die medegedetineerde weg zou moeten omdat klager gek werd van het getreiter. Klager heeft ook wel gescholden maar dit
gebeurde tegen zichzelf terwijl hij in afzondering verbleef. Klager is inmiddels van de LABG overgeplaatst naar de FSU in Vught omdat hij niet tegen de geluidsoverlast op de LABG kon. Ten gevolge van hetgeen hem in Zoetermeer is aangedaan, heeft klager
inmiddels een slaapstoornis en een lichte psychose opgelopen.

De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 23 mei 2008 is klager geselecteerd voor plaatsing in een LABG. Reden voor die plaatsing was een scala aan negatief gedrag in de BGG Zoetermeer. Zo heeft klager daar gegooid met een stoel, een positieve urinecontrole gehad, instructies van het
personeel niet opgevolgd, bedreigende uitspraken gedaan, een brandalarm veroorzaakt en heeft hij een vechtpartij tussen twee medegedetineerden veroorzaakt dan wel was hij daar direct bij betrokken. Klagers gedrag moet worden beschouwd als structureel
negatief gedrag met de nodige agressieve ingrediënten. Een LABG is bij uitstek een omgeving die aan klager de kans biedt om zijn gedrag te reguleren. Hoewel de feiten in klagers beleving een andere lading hebben, blijft staan dat deze feiten zijn
voorgevallen. Inmiddels is klager geselecteerd voor en geplaatst in de FSU te Vught omdat zijn functioneren begeleiding en zorg vereist die niet in de LABG maar wel in de FSU geboden kan worden.

4. De beoordeling
4.1. De LABG Nieuw Vosseveld is een gevangenis en huis van bewaring voor mannen met een individueel regime en een uitgebreid beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Een tot gevangenisstraf veroordeelde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele gemeenschap, tenzij hiervoor op grond van de persoonlijkheid en/of het gedrag van de betrokkene gewichtige contra-indicaties bestaan.
Klager verbleef in de BGG Zoetermeer, een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Klager was naar die BGG overgeplaatst naar aanleiding van het door hem vertoonde gedrag in de BGG Nieuw Vosseveld. De
selectiefunctionaris heeft de omtrent klagers persoonlijkheid en gedrag en betrokkenheid bij voorvallen in de inrichting verstrekte gegevens in redelijkheid kunnen aanmerken als een contra-indicatie in bovenbedoelde zin. Derhalve is de beslissing
klager
vooralsnog te plaatsen in de LABG Nieuw Vosseveld niet als onredelijk of onbillijk aan te merken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 3 november 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven