nummer: 08/1692/TB
betreft: [klager] datum: 24 oktober 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een beslissing van 9 juli 2008 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager over te plaatsen naar het forensisch psychiatrisch centrum Veldzicht te Balkbrug (hierna: Veldzicht).
2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager is bij beslissing van 3 november 2003 geplaatst in het forensisch psychiatrisch centrum De Kijvelanden te
Poortugaal. Bij schrijven van 12 juni 2008 heeft De Kijvelanden verzocht om klager over te plaatsen. De Staatssecretaris heeft op 9 juli 2008 beslist klager over te plaatsen naar Veldzicht. Klager is over de voorgenomen overplaatsing gehoord op 7 juli
2008. Deze overplaatsing is op 22 juli 2008 gerealiseerd.
3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn overplaatsing naar Veldzicht. Zijn bezoek komt uit Limburg. Om klager te bezoeken moeten zijn bezoekers 207 kilometer reizen. Klagers vader is hartpatiënt en heeft hernia. Dit betekent dat klager slechts éénmaal
per jaar bezoek van zijn vader zal ontvangen. Zijn vader is de enige die een rijbewijs en een auto heeft. In De Kijvelanden heeft klager ieder weekend bezoek. In Veldzicht zal dit maar éénmaal per jaar zijn. Klager hoopt geplaatst te worden in Utrecht,
Nijmegen of Venray c.q. dichtbij zijn bezoek. Als hij in Veldzicht wordt geplaatst, zal hij niet meewerken aan behandeling.
De Staatssecretaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Aan de beslissing tot overplaatsing ligt een verzoek tot herselectie van 12 juni 2008 ten grondslag. Klagers behandeling in De Kijvelanden was in een impasse geraakt en de behandelstaf achtte overplaatsing om die reden geïndiceerd. De behandelstaf
schatte in dat klagers motivatie in een nieuwe behandelomgeving aangewakkerd zou kunnen worden. Een spoedige overplaatsing is gerealiseerd door middel van een ruiling.
Hoewel het begrijpelijk is dat klager voorkeur heeft voor een tbs-inrichting in de regio van zijn sociale netwerk kan hieraan geen gehoor worden gegeven. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie gaat een spoedige plaatsing boven regionale
voorkeur. Achtergrond van deze jurisprudentie is het voorkomen van een vergroting van de wachtlijsten voor plaatsing in een tbs-inrichting en verlenging van de passantentermijn. Ook een niet noodzakelijke overplaatsing levert onnodige vertraging op in
de behandeling met mogelijke gevolgen voor de uitstroom. Daarbij komt dat een spoedig vervolg van de behandeling ook in het belang van klager is. Verzocht wordt om het beroep ongegrond te verklaren.
4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van tbs-gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de tbs-gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de tbs-gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.
Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Minister van Justitie geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere tbs-gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten vrouwen,
zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke tbs-gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.
Naar de Staatssecretaris heeft aangegeven is ten aanzien van klager sprake van een ruiling en vindt in dat geval door de Staatssecretaris geen toetsing aan bovengenoemde criteria plaats. De Staatssecretaris beoordeelt of door de inrichtingen, die de
wenselijkheid van een ruiling beoordelen, is voldaan aan de procedurele voorschriften.
De Staatssecretaris heeft de bestreden beslissing genomen onder verwijzing naar het verzoek van 12 juni 2008 van De Kijvelanden. In dat verzoek staat vermeld dat klager tijdens een begeleid bezoek aan het graf van zijn grootvader zich heeft onttrokken
aan zijn begeleiders. Hij is vervolgens teruggeplaatst van de pre-resocialisatieafdeling naar een supportieve afdeling. Zijn bijdrage aan therapieblokken is minimaal. In maart 2008 is sprake geweest van een positieve urinecontrole. In april 2008 heeft
klager toegegeven drugs via de post van zijn vriendin te hebben ontvangen. De Kijvelanden heeft de aanbeveling gedaan om klager een nieuwe behandelkans te geven in een nieuwe omgeving, waar zijn behandelmotivatie gestimuleerd zou kunnen worden.
Verzocht
is om klager over te plaatsen naar een andere tbs-inrichting om de ontstane behandelimpasse te doorbreken.
Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft klager geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid niet tot de bestreden overplaatsingsbeslissing heeft mogen komen.
Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden kan niet tot een ander oordeel leiden. Indien in alle gevallen rekening zou worden gehouden met de regionale voorkeur van tbs-gestelden, zou dit leiden tot vergroting van de wachtlijsten
voor plaatsing in een tbs-inrichting en verlenging van de passantentermijn. Het belang dat tbs-gestelden zo snel mogelijk worden overgeplaatst opdat hun behandeling zo spoedig mogelijk kan worden voortgezet, weegt daarom in de regel zwaarder dan
eventuele regionale voorkeur.
De beroepscommissie is voorts niet gebleken van een, uit het oogpunt van het belang van klagers behandeling, zodanig sterke wenselijkheid van plaatsing van klager in een bepaalde regio ten behoeve van bezoekmogelijkheden, dat dit dient te prevaleren
boven het belang van een overplaatsing op korte termijn naar Veldzicht.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 24 oktober 2008
secretaris voorzitter