Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1448/GA, 24 september 2008, beroep
Uitspraakdatum:24-09-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1448/GA

betreft: [klager] datum: 24 september 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. H.M.S. Cremers, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 9 juni 2008 van de alleensprekende beklagrechter bij het huis van bewaring (hvb) Nieuw Vosseveld te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 22 augustus 2008, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught , zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. H.M.S. Cremers, en de directeur van het hvb Nieuw Vosseveld, [...]
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een disciplinaire straf van tien dagen opsluiting in een strafcel, wegens bedreiging van de werkmeester.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager doet zich voor als een grote jongen met contacten buiten de inrichting en gedraagt zich vaak uitdagend. Van het personeel mag verwacht worden dat het dit doorziet. Klager had ook op een ander manier benaderd kunnen worden en de sanctie is
disproportioneel. In dit geval had volstaan kunnen worden met een disciplinaire straf van twee dagen opsluiting in eigen cel. Eerder zijn wel beklagzaken over klagers agressieve gedrag gegrond verklaard.
Klager verblijft nu in de BGG te Zoetermeer en daar gaat het beter.
De raadsvrouw verzoekt de beroepscommissie het beklag ontvankelijk en gegrond te verklaren en klager een compensatie toe te kennen.

De directeur heeft in beroep haar tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft verscheidene rapporten gekregen wegens fysiek en agressief gedrag zowel naar medegedetineerden als personeel. De directeur bestrijdt klagers stelling dat hij geen bedreigingen heeft geuit. Er was wel degelijk sprake van bedreigend gedrag.
In de p.i. te Vught heerst een streng regime en bedreigingen naar personeel worden streng bestraft. Klager is volgens de in de p.i. Vught daarvoor geldende normen gestraft.

3. De beoordeling
Uit de stukken blijkt dat klager een verzoek om schorsing van de onderhavige disciplinaire straf heeft ingediend. Dit schorsingsverzoek is op 3 december 2007 op het secretariaat van de Raad ontvangen en diezelfde dag doorgestuurd naar de commissie van
toezicht.
De beklagcommissie heeft het klaagschrift van 1 december 2007 pas op 13 december 2007 ontvangen.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat de beklagcommissie klager had dienen te ontvangen in zijn beklag. Het beroep is derhalve gegrond en de uitspraak van de beklagcommissie dient te worden
vernietigd. De beroepscommissie zal om proceseconomische redenen de zaak niet terugverwijzen naar de beklagcommissie voor een inhoudelijke beoordeling van klacht, maar deze in eerste en enige aanleg zelf afdoen.
Uit het door de werkmeester opgemaakte rapport van 30 november 2007 blijkt dat klager zich bedreigend heeft opgesteld. Uit de stukken blijkt dat klager verscheidene rapporten gekregen heeft wegens fysiek en agressief gedrag zowel naar medegedetineerden
als personeel. Door de directeur is gesteld dat klager disciplinair is gestraft volgens de voor dit feit in de p.i. te Vught geldende normen.
Het beklag zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, J. Schagen MA en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 24 september 2008

secretaris voorzitter

Naar boven