Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2285/GV, 20 oktober 2008, beroep
Uitspraakdatum:20-10-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2285/GV

betreft: [klager] datum: 20 oktober 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 september 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Het verlof is afgewezen omdat het verlofadres niet is goedgekeurd. Klager kan ook een ander adres opgeven, maar dit is hem niet gevraagd. Toen klager een nieuw adres wilde opgeven, zei het BSD dat hij pas
over twee maanden weer een verlofaanvraag kan indienen. Klager is het hier niet mee eens. De inrichting wist al weken van tevoren dat het adres niet goed was.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De politie heeft het opgegeven verlofadres onderzocht. De aldaar woonachtige persoon heeft aangegeven dat klager niet welkom is op het verlofadres. Het formulier waarop zij kon
aangeven dat klager welkom is, heeft zij dan ook niet teruggestuurd naar de inrichting. De verlofaanvraag is vervolgens afgewezen wegen het ontbreken van een aanvaardbaar verlofadres.
Klager geeft aan dat hij niet op de hoogte was van de afwijzing van zijn verlofadres en dat hij geen kans heeft gehad een ander verlofadres te overleggen. Aangezien het hier een interne aangelegenheid van de gevangenis De Marwei gaat, dient klager deze
klachten dan ook daar te bespreken. Op grond van het door de inrichting verstuurde AVG-verzoek is een beslissing genomen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis De Marwei heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Het officier van justitie bij het arrondissementsparket te Amsterdam heeft geen bezwaar tegen verlofverlening, mits klager geen contact zoekt met de
slachtoffers.
De politie te Joure heeft negatief geadviseerd.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vier jaar met aftrek, wegens diefstal met geweld of bedreiging. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 16 januari 2009.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Op grond van artikel 4 onder j van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting wordt een aanvraag tot verlof afgewezen indien een aanvaardbaar verlofadres ontbreekt. Uit het advies van de politie te Joure komt naar voren dat de bewoonster van het
door klager opgegeven verlofadres geen toestemming verleent voor het verblijf van klager op dit adres. Gelet hierop kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden
aangemerkt. Het beroep is derhalve ongegrond.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, 20 oktober 2008
op

secretaris voorzitter

Naar boven