Nummer: 08/1869/GB
Betreft: [klager] datum: 9 oktober 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A. Schadd , namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 24 juli 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis Dordtse Poorten te Dordrecht ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 3 april 2002 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis Alphen aan den Rijn. Op 17 juli 2008 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Dordtse Poorten, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft nimmer, en zeker niet anoniem, informatie verspreid welke de orde en de veiligheid binnen de inrichting zou aantasten. Van hoog opgelopen spanningen tussen klager en medegedetineerden is geen sprake geweest. De gedwongen overplaatsing
heeft
dan ook ten onrechte plaatsgevonden.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is overgeplaatst op grond van het feit dat de al langer bestaande spanningen tussen klager en medegedetineerden zo hoog opliepen dat een langer verblijf in de inrichting onverantwoord was in verband met het garanderen van de orde en de
veiligheid. Klager heeft anoniem een telefoontje gepleegd waarin hij medegedetineerden beschuldigt van ernstige feiten. Dat hij na zijn overplaatsing slechter te bereiken is voor zijn bezoek, heeft hij aan zichzelf te wijten.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Dordtse Poorten is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hiertoe wordt verwezen naar de overgelegde GRIP-rapportage van 11 juli 2008. Hieruit blijkt van meerdere meldingen en grondig onderzoek door personeel van de inrichting. De naam van klager komt hierbij naar voren. De conclusie dat klager vanuit
rancuneuze overwegingen bewust medegedetineerden in een kwaad daglicht heeft gezet, hetgeen veel onrust heeft veroorzaakt op de afdeling, kan daarmee gerechtvaardigd worden geacht.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 9 oktober 2008.
secretaris voorzitter