Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/27685/GA, 20 december 2023, beroep
Uitspraakdatum:20-12-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer                                                     22/27685/GA

                                                                                                                                                           

Betreft                                                        [klager]

Datum                                                        20 december 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

 

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat het op zijn afdeling – anders dan op de terroristenafdeling (TA) – niet is toegestaan een Xbox in te voeren.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught heeft op 24 mei 2022 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €7,50 (VU 2022/49). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. J.J. Serrarens, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de PI Vught (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Het beklag is door de beklagrechter gegrond verklaard, maar slechts in zoverre dat is geoordeeld dat klager van de directeur een verklaring had moet krijgen over waarom er binnen de PI Vught verschil wordt gemaakt. Aan deze gegrondverklaring en de toegekende tegemoetkoming heeft klager niets. Hij wil zijn Xbox kunnen gebruiken en zijn belang bij het doorlopen van de beklag- en beroepsprocedure is er dus in gelegen dat inhoudelijk wordt beslist over de juistheid van de weigering van de directeur om hem toe te staan zijn Xbox te gebruiken.

De beklagrechter lijkt de weigering te billijken op basis van de inhoud van de huisregels van de prepassantenafdeling. In de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen wordt een Xbox echter niet als een verboden voorwerp aangemerkt en in andere inrichtingen en op andere afdelingen van de PI Vught wordt de Xbox wel toegestaan. Er bestaat geen redelijke grond voor het interne onderscheid en gelijke gevallen worden ten onrechte ongelijk behandeld.

Standpunt van de directeur

In de huisregels van de PI Vught staat de Xbox genoemd onder de verboden goederen. Ten aanzien van klager is gehandeld conform de huisregels. Ook staat in de huisregels genoemd dat de directeur bevoegd is om een ontheffing te verlenen voor een gedetineerde dan wel voor een groep gedetineerden. In het verleden heeft de directeur besloten om ten aanzien van de Xbox een uitzondering te maken voor de groep gedetineerden op de TA, vanwege de extra beperkingen die het TA-regime van nature kent in vergelijking met de andere regimes in de PI Vught. De TA is niet te vergelijken met de andere regimes, er is hier dan ook geen sprake van “gelijke gevallen die ten onrechte ongelijk worden behandeld”, zoals namens klager is aangevoerd. Verzocht wordt het beroep ongegrond te verklaren.

 

3. De beoordeling

Het klaagschrift is gericht tegen de omstandigheid dat het hem op grond van de huisregels niet is toegestaan een spelcomputer op zijn cel te hebben (behalve een Playstation 1 of GameCube), maar dat het medegedetineerden op de TA wel is toegestaan een Xbox in te voeren. De beklagrechter heeft de klacht gegrond verklaard en aan klager een tegemoetkoming toegekend, zonder te bepalen dat klager alsnog in de gelegenheid moet worden gesteld om een Xbox in te voeren. De beroepscommissie begrijpt dat klager daarom in beroep is gekomen.

Tegen een algemene regel staat geen beklag open, tenzij die in strijd is met hogere wet- of regelgeving. Daarvan is niet gebleken. In dat licht had klager niet-ontvankelijk in zijn beklag moeten worden verklaard, maar hij mag niet slechter worden van het instellen van dit beroep (verbod op reformatio in peius). De gegrondverklaring en toegekende tegemoetkoming zijn (daarom) niet in beroep aan de orde en blijven dus in stand. De beroepscommissie kan zich tegen deze achtergrond evenwel verenigen met de beslissing van de beklagrechter om de directeur niet op te dragen om een (nieuwe) beslissing te nemen. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover in beroep aan de orde.

 

Deze uitspraak is op 20 december 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. F. Sieders en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

 

 

secretaris                                                   voorzitter

Naar boven