Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/36356/TA, 18 december 2023, beroep
Uitspraakdatum:18-12-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/36356/TA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    18 december 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen het tijdstip van urinecontroles op zondagen en in het bijzonder op zondag 18 juni 2023.

De beklagcommissie bij FPC Pompestichting te Nijmegen (hierna: de instelling) heeft op 
12 september 2023 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (PN 2023/132). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft […], jurist bij de instelling, telefonisch gehoord op de zitting van 10 november 2023 in de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught. Klager heeft schriftelijk laten weten niet op de zitting te verschijnen.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
De wijze waarop urinecontroles worden afgenomen binnen de instelling is volgens klager in strijd met de Regeling urineonderzoek verpleegden (hierna: de Regeling), en daarom dient hij in zijn klacht te worden ontvangen.

Op zondag 18 juni 2023 is klager om kwart over elf medegedeeld dat hij die middag om half vier een urinecontrole had. Klager deed om half vier een eerste poging om urine af te staan, wat niet lukte. Toen hij vroeg hoe lang hij nog de tijd kreeg om urine af te staan, werd hem medegedeeld dat de portiers tot half zeven beschikbaar zijn en dat zij daarna geen urinecontroles meer afnemen omdat om kwart voor zeven alle verpleegden worden ingesloten. Dit voelde voor klager als een pressiemiddel omdat er feitelijk vanwege de personeelsbezetting geen vier uren resteerden om urine af te staan. Klager is vervolgens in zijn eigen kamer ingesloten om fraude te voorkomen, terwijl hij tussen kwart over elf en half vier zich vrijelijk door de instelling mocht bewegen, kon eten en drinken en toen al in de gelegenheid was om te frauderen.

In artikel 3, eerste lid, van de Regeling is bepaald dat de afname bij voorkeur 's ochtends vroeg gebeurt. Volgens de toelichting op de regeling heeft de "inname van vocht al na één uur effect op de concentratie van urine. Het dient derhalve aanbeveling om de verpleegde 's ochtends vroeg, binnen één uur na het wekken de gelegenheid te bieden urine af te staan." 

In de instelling wordt de urinecontrole op zaterdag en zondag structureel om half vier afgenomen. Klager vindt dat de instelling gelet op artikel 3, eerste lid, van de Regeling en de daarbij behorende toelichting een inspanningsverplichting heeft om de urinecontrole zo snel mogelijk na het wekken af te nemen. Het structureel plannen van een urinecontrole in de late middag strookt niet met artikel 3 van de Regeling. Het zorgt ook voor overbodige spanningen omdat bezoek bijvoorbeeld halverwege wordt beëindigd of een verpleegde na driekwart van de beschikbare tijd zijn sportmoment moet verlaten. Verpleegden midden op de dag vier uren insluiten wanneer zij niet direct tot afgifte van urine in staat zijn, past niet bij urinecontroles die bij het wekken worden aangezegd en waarbij verpleegden vervolgens voorafgaand aan de urinecontrole ruime tijd de gelegenheid wordt gegeven om te frauderen.

Standpunt van het hoofd van de instelling
Uit navraag bij de teamleider beveiliging die verantwoordelijk is voor de afname van urinecontroles binnen de instelling, is gebleken dat verpleegden thans in ieder geval vier uur wordt aangeboden om alsnog te kunnen urineren. Dit geldt ook indien het een verpleegde niet lukt om voor het eindigen van dagprogramma om 18.45 uur te urineren. Ook in dat geval worden de volledige vier uur aangeboden om alsnog urine af te staan. De instelling kan geen uitspraken doen over hoe de urinecontrole op 18 juni 2023 is verlopen. Of klager destijds de volledige vier uur de gelegenheid heeft gehad om alsnog te urineren kan niet met zekerheid worden gezegd. Klagers zorgmanager heeft ter zitting van de beklagcommissie aangegeven dat er naar aanleiding van de urinecontrole van zondag 18 juni 2023 in ieder geval geen beperkingen in klagers bewegingsvrijheid zijn opgelegd.

 

3. De beoordeling
Het tijdstip van urinecontroles op zondagen
De beroepscommissie heeft het beroepschrift en de overige stukken in het dossier bestudeerd. Op basis van deze stukken en van wat ter zitting is besproken, is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagcommissie klager terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn beklag voor zover dat ziet op het tijdstip van urinecontroles op zondagen in het algemeen. Het inplannen van urinecontroles op zondagmiddagen is een algemene, voor alle op de afdeling en in de instelling verblijvende verpleegden geldende regeling die niet in strijd is met artikel 3 van de Regeling waarin is bepaald dat de afname bij voorkeur in de ochtend plaatsvindt. Dit laat de bevoegdheid open tot afname van urinecontrole later op de dag, zoals in dit geval op zondagen. Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard.

Urinecontrole van zondag 18 juni 2023
Gelet op vaste jurisprudentie van de beroepscommissie (RSJ 1 maart 2005, 04/2248/TA, en RSJ 10 mei 2011, 10/3807/TA) waarin is overwogen dat artikel 3 van de Regeling, gelet op de Nota van toelichting op deze Regeling niet alleen instructienormen bevat, maar ook waarborgnormen voor een zorgvuldige afname van urine – dit om vergissingen zoveel mogelijk uit te sluiten – kan een verpleegde in een klacht over vermeende tekortkomingen in de urinecontrole c.q. procedure in dat beklag worden ontvangen. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie daarom in zoverre vernietigen en klager alsnog ontvangen in zijn beklag, voor zover dat ziet op het op 18 juni 2023 niet de volledige vier uur de tijd geven nadat afname van urine niet direct lukte.

In artikel 3, vierde lid, van de Regeling is onder meer bepaald dat de verpleegde die niet direct tot afgifte van de urine in staat is gedurende een periode van vier uur alsnog hiertoe in de gelegenheid wordt gesteld. Op basis van de stukken en van wat ter zitting is besproken, kan niet worden vastgesteld of klager op zondag 18 juni 2023 de volledige vier uur de gelegenheid heeft gehad om alsnog te urine af te staan. Naar het oordeel van de beroepscommissie is dan ook onvoldoende aannemelijk geworden dat deze urinecontrole conform de Regeling is uitgevoerd. Gelet hierop zal het beklag gegrond worden verklaard. 
De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen, mede gelet op de omstandigheid dat klager naar aanleiding van de urinecontrole niet is beperkt in zijn bewegingsvrijheid.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie:
- verklaart het beroep voor zover dat ziet op het tijdstip van urinecontroles op zondagen in het algemeen ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie;

- verklaart het beroep voor zover dat ziet op de urinecontrole van zondag 18 juni 2023 gegrond, en in zoverre vernietigt zij de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart zij klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart zij dit beklag gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.


Deze uitspraak is op 18 december 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. M.J.H. van den Hombergh, voorzitter, M. Bakker MSc en mr. D.W.J. Vinkes, leden, bijgestaan door mr. G.J.M. Ankersmit, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven