Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1368/GB, 9 september 2008, beroep
Uitspraakdatum:09-09-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1368/GB

Betreft: [klager] datum: 9 september 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.J. Mesland, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 mei 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Grave ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 7 maart 2007 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) Haarlem. Op 21 mei 2008 is hij geplaatst in de gevangenis Grave, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Voor de gronden voor het beroep wordt verwezen naar de gronden zoals weergegeven in het bezwaarschrift. Daarin is aangevoerd dat klagers vriendin en hun kind hem niet meer kunnen bezoeken door de grote reisafstand. Een enkele reis tussen de woonplaats
van klagers partner en de gevangenis Grave neemt ongeveer drie uur in beslag. Dit maakt dat klagers detentie bij hem een exceptionele lijdensdruk teweeg brengt. Klager wil graag geplaatst worden in een h.v.b. of gevangenis in de regio Noord Holland of
Utrecht.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is in eerste aanleg veroordeeld en komt om die reden in aanmerking voor plaatsing in een gevangenis. Klager is geplaatst in Grave. Hij heeft weliswaar een voorkeur uitgesproken voor plaatsing in de gevangenis Zuyderbos maar ten tijde van zijn
selectie gold voor die inrichting een lange wachtlijst, waardoor plaatsing erg lang op zich zou laten wachten. Klager komt niet in aanmerking voor plaatsing in een h.v.b. Klager kon, gelet op de capaciteitsdruk bij het h.v.b., niet een plaatsing in de
door hem gewenste gevangenis afwachten in het h.v.b. Haarlem. Om die reden is gekozen voor plaatsing in de gevangenis Grave. Hetgeen door klagers raadsman is aangevoerd met betrekking tot de bezoek(on)mogelijkheid leidt voor de selectiefunctionaris
niet
tot een ander oordeel. Overigens zal klager volgens de selectiefunctionaris op termijn, in het kader van deelname aan het programma Terugdringen Recidive (TR-programma), in aanmerking komen voor plaatsing in een gevangenis in de regio van herkomst.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Grave is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager is in de gevangenis Grave geplaatst omdat hij in aanmerking kwam voor plaatsing in een gevangenis, er in Grave op korte termijn een plaatsingsmogelijkheid was en omdat een snelle doorplaatsing van klager naar een gevangenis kennelijk
noodzakelijk was in verband met capaciteitsproblemen in de huizen van bewaring ten tijde van klagers selectie. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende
belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4.4. De beroepscommissie overweegt daarbij nog dat de reisafstand tussen de woonplaats van klagers partner en de gevangenis Grave van dien aard is, dat aannemelijk is dat klagers partner daardoor grote problemen ondervindt om klager te kunnen
bezoeken. Gelet op de aan klager opgelegde gevangenisstraf ligt het niet voor de hand bij het maken van een afweging over de plaatsing van klager in de regio van herkomst te wachten tot klager daarvoor op grond van deelname aan een TR-programma in
aanmerking komt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 9 september 2008

secretaris voorzitter

Naar boven