Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/36104/GB, 12 december 2023, beroep
Uitspraakdatum:12-12-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/36104/GB
    
            
Betreft    [klager]
Datum    12 december 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar het huis van bewaring (HVB) van de Penitentiaire Inrichting (PI) Dordrecht.

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 7 september 2023 afgewezen.

Klagers raadsvrouw, mr. D.N.A. Brouns, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klagers belangen zijn zwaarder dan het algemene belang om klager in een HVB in het arrondissement van vervolging te plaatsen. Uit een overgelegd schrijven van klagers partner blijkt voldoende dat het noodzakelijk is dat klager wordt overgeplaatst naar een inrichting dichter bij zijn familie. Vanuit de PI Leeuwarden is positief geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek. Klager gedraagt zich keurig en het zou ten behoeve van zijn resocialisatie goed zijn om dichter bij zijn netwerk te worden geplaatst. 

Standpunt van verweerder
Verweerder verwijst naar de beslissing van 7 september 2023 en vult daarbij aan dat uit klagers bezoekerslijst blijkt dat hij niet is verstoken van bezoek. 

 

3. De beoordeling
Klager verblijft op dit moment in het HVB van de PI Leeuwarden. Hij wil graag worden overgeplaatst naar het HVB van de PI Dordrecht, omdat zijn familie hem dan (makkelijker) kan bezoeken. 

Op grond van artikel 24, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) wordt een gedetineerde die nog niet is veroordeeld, bij voorkeur in het arrondissement van vervolging geplaatst. Klager wordt vervolgd in het arrondissement Noord-Nederland. De PI Leeuwarden ligt in dit arrondissement, terwijl de PI Dordrecht in een ander arrondissement ligt. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie moet in dat geval sprake zijn van bijzondere omstandigheden om te kunnen oordelen dat verweerder klager (alsnog) moet overplaatsen.

De beroepscommissie overweegt dat op basis van het dossier voldoende is gebleken van bijzondere omstandigheden. Uit de stukken blijkt dat klagers oma en stiefmoeder in Dordrecht wonen en dat zijn vriendin en hun pasgeboren zoon in Arnhem wonen. Klagers vriendin en hun pasgeboren zoon verblijven echter vaak bij klagers stiefmoeder in Dordrecht en daarom zouden zij klager in de PI Dordrecht (makkelijker) kunnen bezoeken. De reistijd van Arnhem naar de PI Leeuwarden bedraagt ongeveer twee uur en klagers vriendin heeft sinds de afloop van haar verlof op 21 september 2023 niet meer de mogelijkheid om hele dagen verlof op te nemen om klager te bezoeken. 

Hoewel uit de bezoekerslijst blijkt dat klagers vriendin en hun pasgeboren zoontje klager in juni, juli en augustus 2023 hebben bezocht, is klagers vriendin in september en oktober 2023 twee keer alleen bij klager op bezoek geweest. 

Aan het belang van het kind moet naar het oordeel van de beroepscommissie veel waarde worden gehecht. Verweerder heeft in de bestreden beslissing geen aandacht besteed aan het belang van het kind. Verweerder benoemt dat klager niet is verstoken van bezoek. De beroepscommissie is van oordeel dat daaraan ook gewicht moet worden toegekend, maar verweerder heeft nagelaten om dit af te wegen tegen het belang van het onderhouden van de band met een dermate jong kind. 

Gelet op het voorgaande is de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. Zij zal verweerder opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt verweerder op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe. 


Deze uitspraak is op 12 december 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. A. Jongsma, voorzitter, mr. J.M.C. Louwinger-Rijk en mr. M.F.A. van Pelt, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven