Nummer 23/33587/TA
Betreft [klager]
Datum 6 december 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
[klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft, voor zover in beroep van belang, beklag ingesteld tegen:
a. de stickernummers bij urinecontroles van 15 en 9 december 2022 (PN 2022/183);
b. de stickernummers bij urinecontroles van 3 en 9 januari 2023 (PN 2023/16);
c. de stickernummers bij urinecontroles van 3, 20 en 21 januari 2023 (PN 2023/36);
d. de stickernummers bij urinecontrole van 3 februari 2023 en het niet meedelen van de reden van een urinecontrole (PN 2023/41).
De beklagcommissie bij FPC Pompestichting te Nijmegen (hierna: de instelling) heeft op 25 april 2023 het beklag onder d, voor zover betrekking hebbend op het niet meedelen van de reden van de urinecontrole, gegrond verklaard en het beklag voor het overige ongegrond verklaard (PN 2022/175). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft klager (telefonisch), zijn raadsvrouw mr. T.S.S. Overes en […], jurist bij de instelling, gehoord op de zitting van 25 oktober 2023 in het Justitieel Complex (JC) Zaanstad.
Het lid van de beroepscommissie mr. drs. F.M.J. Bruggeman was verhinderd ter zitting aanwezig te zijn, maar beslist mee op basis van de stukken en het besprokene ter zitting.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager kan de juistheid van de uitslag van urinecontroles niet controleren omdat de stickernummers niet overeenkomen met de nummers op de uitslagen. Hij kan er niet veel mee dat het laboratorium er een nieuwe code aan koppelt. Klager stelt de instelling verantwoordelijk voor het op een juiste wijze meedelen van uitslagen en voor transparantie rondom uitslagen. Hij heeft een reden voor twijfel aan de uitslagen omdat hij eerder een negatieve uitslag had ontvangen van een door hem geweigerde urinecontrole. De instelling heeft erkend dat dit is misgegaan. Inmiddels heeft klager meer klachten hierover ingediend. Klager is namelijk gestopt met blowen, maar heeft uitslagen van urinecontroles gekregen met toegenomen waarden. Hij is altijd eerlijk als hij gebruikt heeft. Hij kan het niet bewijzen, maar snapt het gewoon niet en heeft daarom het idee dat uitslagen vanwege het systeem niet altijd kloppen en dat hij ten onrechte gesanctioneerd wordt.
Naast het feit dat de stickernummers niet overeenkomen, is ook de manier waarop klager de uitslag ontvangt verschillend. De ene keer staat er een naam en functie onder het mailtje en de andere keer is het een tekst zonder afzender. Om die reden stelt klager dat voor hem onvoldoende vaststaat dat de uitslagen hem betreffen en juist zijn.
Klager meent verder dat hem een tegemoetkoming toekomt voor de gegrondverklaring van zijn klacht d over het niet meedelen van de reden van urinecontroles. Namens de instelling is ter zitting van de beklagcommissie gemeld dat het de moeite waard kan zijn om klager terug in de behandeling te krijgen door het aanbieden van een tegemoetkoming.
Standpunt van het hoofd van de instelling
Zoals in de beklagprocedure is uitgelegd, is overgegaan op een ander laboratorium dat na ontvangst van het buisje met urine daaraan een nieuwe code koppelde met een sticker. Daarover is met het laboratorium gesproken vanwege de daardoor ontstane verwarring. Inmiddels is de werkwijze aangepast en wordt bij de urinecontrole een handscanner gebruikt, waardoor sprake is van eenzelfde nummer bij de instelling en het laboratorium.
Het is begrijpelijk dat bij klager door het ontvangen van een uitslag van een door hem geweigerde urinecontrole wantrouwen is ontstaan, maar er bestaat bij de instelling geen twijfel over dat de uitslagen van de in beklag aan de orde zijnde urinecontroles kloppen. De uitslagen van het laboratorium hadden een ander nummer dan de aanvraag van de urinecontroles, maar de naam en geboortedatum van klager stonden op de stickers van het laboratorium en de ordernummers die door de instelling in het systeem zijn te herleiden.
Hoewel er geen wettelijke plicht is tot het schriftelijk meedelen van de uitslagen aan de patiënt, heeft klager op zijn verzoek om een schriftelijke uitslag vaak wel kopieën ontvangen van door de psychiater vertaalde uitslagen die in principe alleen voor de afdeling bestemd zijn. Als een patiënt twijfelt aan de uitslag, biedt de sociotherapie vaak aan om er samen naar te kijken.
Klacht d betreffende het niet meedelen van de reden van urinecontroles is gegrond verklaard. Inmiddels is het personeel op het meedelen van de reden van urinecontroles geattendeerd en gaat dit beter. De instelling ziet evenals de beklagcommissie geen reden voor het toekennen van een tegemoetkoming, daar klager geen nadeel heeft ondervonden.
3. De beoordeling
De beroepscommissie heeft het beroepschrift en de overige stukken in het dossier bestudeerd. Op basis van deze stukken en van wat ter zitting is besproken, is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagcommissie terecht de klachten, voor zover in beroep aan de orde, ongegrond heeft verklaard en klager geen tegemoetkoming heeft toegekend vanwege gegrondverklaring van klacht d over het niet meedelen van de reden van urinecontroles.
Naar het oordeel van de beroepscommissie is voldoende aannemelijk geworden dat de instelling, ondanks het niet overeenkomen van nummers op de aanvragen van de onder a tot en met d genoemde urinecontroles en destijds door het laboratorium gebruikte stickernummers, er in redelijkheid van heeft mogen uitgaan dat het om uitslagen van urinecontroles van klager ging en de uitslagen juist waren. Klagers naam en geboortedatum zijn als uniek registratienummer gebruikt en de beroepscommissie heeft geen twijfel aan de verklaring van het hoofd van de instelling dat de stickernummers van het laboratorium met de aanvraagnummers in het systeem naar klager waren te herleiden.
De beroepscommissie is niet gebleken van enig rechtsgevolg waarvoor hem als gevolg van het niet meedelen van de reden van de urinecontrole een tegemoetkoming zou moeten worden toegekend.
Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
Deze uitspraak is op 6 december 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, mr. A.B. Baumgarten en mr. drs. F.M.J. Bruggeman, leden, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris.
secretaris voorzitter