Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0989/GA, 5 september 2008, beroep
Uitspraakdatum:05-09-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/989/GA

betreft: [klager] datum: 5 september 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B. Klunder, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 31 maart 2008 van de beklagcommissie bij de locatie De Blokhuispoort, te Leeuwarden

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 augustus 2008, gehouden in de locatie Zwolle, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw en [...], unit-directeur van de locatie De Blokhuispoort.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van 14 dagen opsluiting in een strafcel, wegens agressief gedrag en het feit dat buitensporig geweld is gebruikt bij de overplaatsing naar de strafcel.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Na het bezoek ging klager naar zijn cel. Op dat moment was een programma bezig op Discovery Channel over karate. Klager maakte een schppende beweging tegen zijn celdeur. Hij werd gewaarschuwd om daarmee te stoppen en dat deed hij. Later stond hij
nietsvermoedend in zijn boxershort een shagje te draaien toen hij aan zijn staart werd gepakt. Hij werd geschopt en geslagen door het personeel. De directeur heeft de medegedetineerde in de cel niet eens gevraagd wat er precies is voorgevallen. De
verklaringen zijn tegenstrijdig en onwaar. Door dit incident is klagers heup gekneusd. Hij wordt hier nog steeds voor behandeld door dr. Dijkstra.
Namens klager is het woord gevoerd volgens de pleitnota, welke aan deze uitspraak is gehecht en waarvan de inhoud als hier ingelast en herhaald dient te worden beschouwd.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Uit het schriftelijke verslag blijkt de aanleiding om klager aan te spreken op zijn gedrag. P.i.w.-er [A] ging naar klager toe om hem te kalmeren. De betreffende p.i.w.-er staat bekend als een rustig persoon, is aan het eind van zijn carrière en is
nooit eerder betrokken geweest bij een dergelijk incident. Er is geen sprake geweest van buitensporig geweld. Het incident speelde zich af in een cel en daar loopt de spanning snel op. Er is adequaat opgetreden. Klager had veel verzet gepleegd bij de
overplaatsing naar de strafcel. Bij veel verzet wordt krachtiger opgetreden. Eén dag na dit incident is klager naar het ziekenhuis gebracht omdat werd vermoed dat hij een blessure aan zijn hand had. Dat bleek niet het geval.

3. De beoordeling
Uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht en uit het procesdossier komt naar voren dat klager tegen een celdeur heeft geschopt en hiervoor gewaarschuwd is. Voor de beroepscommissie staat dat vast. De vraag in het onderhavige geval is of vaststaat
dat klager getracht heeft een personeelslid te slaan, als gevolg waarvan aan klager een disciplinaire straf is opgelegd en of sprake is geweest van buitensporig geweld bij de overbrenging van klager naar de strafcel.
Terzake van de oplegging van de disciplinaire straf volgt uit de stukken dat klager zich op cel bevond toen p.i.w.-er [A] hem wilde kalmeren. P.i.w.-er [A] heeft verklaard dat klager op hem afkwam, terwijl een andere p.i.w.-er heeft verklaard dat
klager een beweging met zijn arm maakte, waarop een schermutseling ontstond met p.i.w.-er [A] Klager heeft deze gang van zaken weersproken. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan de inhoud van de verslagen te twijfelen.

Voorts bestaat tussen klager enerzijds en de directeur anderzijds verschil van opvatting of buitensporig geweld is gebruikt bij klagers overplaatsing naar een strafcel. Uit een verslag van 28 maart 2007 kan worden geconcludeerd dat klager, nadat hij
buiten zijn cel was, niet meewerkte en dat klager vervolgens naar de strafcel is overgebracht.
De beroepscommissie begrijpt dat de overbrenging van klager naar de strafcel, waarbij het nodige geweld is toegepast, erg ingrijpend voor hem moet zijn geweest. De beroepscommissie stelt vast dat ten aanzien van klager, bij het overbrengen vanuit zijn
cel naar de strafcel, geweld is gebruikt. Dit geweld is echter, gelet op de stukken, hetgeen ter zitting naar voren is gekomen en voornoemd verslag, naar haar oordeel niet disproportioneel geweest. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

De beroepscommissie merkt nog het volgende op;
In artikel 67, eerste lid, van de Pbw staat dat de beklagcommissie in ieder geval binnen een termijn van vier weken uitspraak doet, welke termijn in bijzondere omstandigheden met ten hoogste vier weken kan worden verlengd. Namens klager is op 31 maart
2007 beklag ingediend. Deze klacht is behandeld ter zitting van de beklagcommissie van 16 mei 2007 en de beslissing is klager eerst op 16 april 2008 toegezonden.
De beroepscommissie overweegt dat de wetgever geen rechtsgevolgen aan overschrijding van de in artikel 67 van de Pbw vermelde termijn heeft verbonden, maar acht het vanuit een oogpunt van juiste rechtsbedeling van groot belang dat voortvarend en met
inachtneming van artikel 67, eerste lid, van de Pbw wordt beslist op een beklag. Zij betreurt dat in het geval van klager de termijn ruimschoots is overschreden zonder dat van een noodzaak daartoe is gebleken.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. I.E. de Vries, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 5 september 2008

secretaris voorzitter

Naar boven