Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1162/GM, 2 september 2008, beroep
Uitspraakdatum:02-09-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1162/GM

betreft: [klager] datum: 2 september 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Ter Apel,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 16 april 2008 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 juli 2008, gehouden in de p.i. Amsterdam, is gehoord klager, bijgestaan door een tolk Noord Somalisch.

De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Ter Apel is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 7 maart 2008, houdt in dat klager geen adequate medische behandeling is geboden voor zijn maagklachten.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht.
Klager is erg ziek en krijgt geen behandeling. Hij heeft puistjes over zijn hele lichaam. Omdat de medicatie voor zijn maag niet hielp, kreeg hij andere medicatie voorgeschreven, maar die hielp ook niet. Klager neemt af en toe zijn medicijnen niet in,
omdat ze toch niet werken. Hij had die medicatie bijna een jaar lang geslikt. Voor de puistjes heeft hij geen trekzalf en gaasjes gekregen. Pantazol en Seroquel zijn hem ook niet voorgeschreven. Hij heeft nog steeds maag- en huidklachten. Hij braakt
bloed en heeft dat aan de medische dienst laten zien.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
Klager heeft veel aandacht gekregen van de medische dienst. De medicatie is voorgeschreven door een MDL-arts. Klager nam de medicatie regelmatig niet in. Er was geen indicatie voor andere medicatie. De inrichtingsarts kan zich niet herinneren in welke
taal hij met klager communiceerde, maar er waren geen communicatieproblemen.
De klachten waren sterk psychogeen gekleurd. Door de medische dienst is geen echt braaksel gezien.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat uit de medische informatie en uit het onderzoek ter zitting niet is gebleken dat ten aanzien van klagers maagklachten niet het juiste onderzoek zou zijn verricht of hem niet de juiste medicatie zou zijn aangeboden.
Dat
klager geen baat heeft bij de medicatie zou veroorzaakt kunnen worden door het feit dat hij weinig consequent is voor wat betreft de inname van de medicatie.
De beroepscommissie is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat het handelen door of namens de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 2 september 2008

secretaris voorzitter

Naar boven