Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1891/GV, 29 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:29-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1891/GV

betreft: [klager] datum: 29 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 juli 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Hij vindt het onterecht dat zijn verzoek om incidenteel verlof is afgewezen. Hij wil zijn moeder bezoeken die hem vanwege haar stoornis niet kan bezoeken.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het bezoeken van een zieke moeder kan een reden zijn voor het verlenen van incidenteel verlof. Dan dient echter de medische noodzaak te worden aangetoond. Dat is in dit geval niet gebeurd, nu uit contact tussen de medisch adviseur van het ministerie
van
Justitie en de huisarts van klagers moeder is gebleken dat klagers moeder geacht moet worden klager onder begeleiding te kunnen bezoeken. Daarnaast kan het verlenen van incidenteel verlof leiden tot onrust bij nabestaanden en slachtoffers.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis De Marwei te Leeuwarden heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, mits het verlof onder bewaking geschiedt.
De Advocaat-Generaal bij het ressortparket te Leeuwarden heeft aangegeven bezwaar te hebben tegen verlenen van incidenteel verlof, omdat het feit waarvoor klager veroordeeld is destijds tot grote maatschappelijke onrust heeft geleid. In publicaties
wordt met enige regelmaat nog aan dit feit gerefereerd. Er bestaat een reëel risico dat een eventueel verlof zal leiden tot maatschappelijke onrust. Dit zal niet minder zijn als klager onder begeleiding met verlof zal gaan.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van acht jaar met aftrek, wegens moord cq doodslag. Aansluitend dient hij de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op
of omstreeks 22 mei 2010. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van 181 dagen op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften en een vervangende hechtenis van 99 dagen te ondergaan.

Krachtens artikel 25, eerste lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting kan incidenteel verlof worden verleend voor een bezoek aan een niet tot reizen in staat zijnde ouder, indien deze wegens medische belemmeringen niet in staat is de
inrichting te bezoeken en de gedetineerde gedurende drie maanden niet heeft kunnen ontmoeten. Niet in geschil is dat klager en zijn moeder elkaar meer dan drie maanden niet hebben ontmoet. Uit de overgelegde medische verklaringen valt af te leiden dat
klagers moeder niet in staat zou zijn klager in detentie te bezoeken. Echter, de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie ziet geen reden voor een “omgekeerd bezoek”, aangezien uit contact met de huisarts zou zijn gebleken dat klagers moeder
met
begeleiding in staat moet worden geacht haar zoon te bezoeken. De beslissing van de Staatssecretaris kan daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 29 augustus 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven