Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/31574/GA, 23 februari 2024, beroep
Uitspraakdatum:23-02-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/31574/GA

    

           

Betreft [klager]

Datum 23 februari 2024

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld naar aanleiding van de aankondiging van de directeur dat het sportmoment van 9 december 2022 in verband met een teamdag voor het personeel komt te vervallen.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard heeft op 3 januari 2023 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (G-2022-1152). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. M.M.J.P. Penners, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Sittard in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager klaagt over een beslissing van de directeur, inhoudende dat het sporten geen doorgang kan vinden in verband met een teamdag op 9 december 2022. Klager had derhalve in zijn beklag moeten worden ontvangen.

Klagers recht op tweemaal 45 minuten sporten per week van artikel 48, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) is geschonden. Het had op de weg van de directeur gelegen het sporten op een andere dag in te plannen, of een compensatie hiervoor te verlenen. De directeur heeft op geen enkele wijze onderbouwd dat klager is gecompenseerd.

Klager verzoekt het beroep mondeling te mogen toelichten.

 

Standpunt van de directeur

De directeur heeft in beroep zijn standpunt niet toegelicht.

 

3. De beoordeling

Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. Dit verzoek is niet onderbouwd, terwijl de stukken voldoende informatie bevatten om het beroep te kunnen beoordelen. De beroepscommissie wijst het verzoek daarom af.

Op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw kan een gedetineerde klagen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. Klager klaagt over het niet-doorgaan van het sportmoment op 9 december 2022 in verband met een teamdag van het personeel. De beroepscommissie stelt vast dat het hier om een voor alle gedetineerden geldende regeling gaat. Tegen een algemene in de inrichting geldende regel staat geen beklag open, tenzij sprake is van strijd met hogere wet- of regelgeving. Op grond van artikel 48, tweede lid, van de Pbw heeft de gedetineerde recht op lichamelijke oefening en het beoefenen van sport gedurende ten minste tweemaal drie kwartier per week, voor zover zijn gezondheid zich daar niet tegen verzet.

Klager stelt (ook in beroep) dat het uitvallen van het sportmoment op 9 december 2022 niet is ingehaald op een ander moment gedurende die week. Nu een andersluidende verklaring van de directeur ontbreekt, gaat de beroepscommissie uit van de juistheid van klagers stelling. De beroepscommissie komt daarom tot de conclusie dat het niet doorgaan van het sportmoment op 9 december 2022 in strijd is met voornoemd artikel 48 van de Pbw. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd, klager zal alsnog ontvankelijk in zijn beklag worden verklaard en dit beklag zal gegrond worden verklaard. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal deze vaststellen op €12,50.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €12,50.

 

Deze uitspraak is op 23 februari 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. F. Sieders, voorzitter, mr. F.H.J. van Gaal en mr. R. Raat, leden, bijgestaan door mr. R. Kokee, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven