Nummer 23/37032/SGA
Betreft [verzoeker]
Datum 1 november 2023
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker] (hierna: verzoeker)
1. De procedure
De directeur van de Penitentiaire Inrichting Alphen te Alphen aan den Rijn (hierna: de directeur) heeft aan verzoeker een disciplinaire straf opgelegd van zeven dagen, inhoudende het weigeren van telefoongesprekken, vanwege het overschrijden van verzoekers belduur, ingaande op 30 oktober 2023 om 11:30 uur en eindigend op – zo begrijpt de voorzitter –
6 november 2023 om 11:30 uur.
Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek is ingeschreven als klaagschrift (beklagkenmerk AR 2023/992).
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
Uit de stukken komt naar voren dat verzoeker in het kader van zijn status als gedetineerde met een vlucht-/maatschappelijk risico toezichtmaatregelen zijn opgelegd op grond waarvan (onder andere) toezicht wordt gehouden op zijn belduur en de inhoud van zijn telefoongesprekken. De directeur stelt dat voor het verrichten van dit toezicht een beperking van de belduur nodig is en dat verzoeker daarom slechts vijftien minuten per dag privé mag telefoneren. In de week van 23 tot en met 29 oktober 2023 heeft verzoeker de aan hem opgelegde belduur overschreden. Dit is onverenigbaar met de orde en veiligheid binnen de inrichting en om die reden is de bestreden sanctie opgelegd, aldus de directeur. Op grond van die sanctie wordt verzoekers belduur beperkt tot het wettelijk minimum van tien minuten per week (met uitzondering van geprivilegieerde contacten).
De voorzitter overweegt dat in artikel 51, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet een limitatieve opsomming is gegeven van de mogelijk op te leggen disciplinaire straffen. Het weigeren dan wel beperken van het voeren van telefoongesprekken is niet opgenomen in die opsomming. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter kon de aan verzoeker opgelegde beperking van zijn telefonisch contact dan ook niet in de vorm van een disciplinaire straf worden opgelegd. Gelet op het voorgaande is de beslissing in strijd met de wet genomen, zodat de voorzitter het verzoek zal toewijzen.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.
Deze uitspraak is op 1 november 2023 gedaan door mr. A.M.G. Smit, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.
secretaris voorzitter