Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/34868/GB, 19 oktober 2023, beroep
Uitspraakdatum:19-10-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/34868/GB

    

 Betreft [klaagster]

Datum 19 oktober 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klaagster] (hierna: klaagster)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 11 mei 2023 klaagster opgeroepen om zich op 31 mei 2023 te melden in de locatie Ter Peel te Sevenum, voor het ondergaan van 39 dagen gevangenisstraf.

Klaagster heeft verzocht om uitstel van haar melddatum. Verweerder heeft dat verzoek op 16 mei 2023 toegewezen. Klaagster is daarbij opnieuw opgeroepen zich te melden, ditmaal op 31 juli 2023 in de locatie Nieuwersluis. Klaagster heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld, waarbij zij opnieuw heeft verzocht om uitstel van haar melddatum. In RSJ 4 juli 2023, 23/33784/GB, heeft de beroepscommissie het beroep gegrond verklaard. Naar aanleiding hiervan heeft verweerder op 14 juli 2023 beslist klaagster uitstel van haar melddatum te verlenen tot 8 januari 2024. Bij deze beslissing is klaagster gewezen op de mogelijkheid van het instellen van beroep bij de beroepscommissie van de RSJ.

Klagers raadsvrouw, mr. N.J.H. Lina, heeft namens klaagster beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klaagster, zijn raadsvrouw en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klaagster

Klaagster heeft op 28 juni 2023 aangifte gedaan tegen haar ex-man van onder meer mishandeling. Zij heeft pas kortgeleden verteld dat zij al jarenlang wordt mishandeld door haar ex-man. Hij verblijft momenteel in voorlopige hechtenis. Klaagster heeft in haar aangifte onder meer aangegeven dat zij onder dwang van haar ex-man meermaals oplichting heeft gepleegd. Indien zij hieraan niet mee zou doen, dan werd zij geslagen en geschopt. Zij heeft uiteindelijk aangifte durven doen, maar zij is doodsbang voor vergelding. Om die reden is Veilig Thuis ook betrokken en verblijft klaagster met haar kinderen op een geheim adres via Veilig Thuis. Een medewerker van Veilig Thuis heeft erop aangedrongen dat het absoluut onwenselijk is dat klaagster gedetineerd raakt, met name voor de kinderen. Klaagster heeft bij de politierechter niet het echte verhaal kunnen vertellen, anders had zij wellicht nog een kans gekregen.

Het is de vraag hoe de situatie begin januari 2024 is, maar Veilig Thuis heeft afgeraden om haar ook dan de vervangende hechtenis te laten ondergaan. Klaagster heeft ook niet de mogelijkheid om haar kinderen voor ruim een maand bij iemand onder te brengen. Daarnaast is het nog de vraag waar zij verblijft begin januari: in een safehouse of ‘gewoon’ thuis. Klaagster heeft ook een gratieverzoek ingediend, maar hierop is nog niet beslist. 

Standpunt van verweerder

Bij beslissing van 14 juli 2023 is aan klaagster uitstel verleend tot 8 januari 2024. Klaagster heeft ruim een half jaar de tijd om zich te kunnen voorbereiden op de aanstaande detentie. Mocht dit niet lukken, dan zal verweerder hier rekening mee houden. Op dit moment is een half jaar uitstel meer dan voldoende. 

 

3. De beoordeling

De procedure voor zelfmelders is geregeld in hoofdstuk 2 van de Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen en hoofdstuk 2 van de Beleidsregels tenuitvoerlegging strafrechtelijke en administratiefrechtelijke beslissingen 2021.

Klaagster wil graag uitstel van haar melddatum, omdat het onwenselijk en onmogelijk is om zich te melden, gelet op haar situatie en in het belang van de kinderen.

Op grond van de stukken blijkt dat klaagster, nadat zij aangifte heeft gedaan tegen haar ex-man, naar een veilige plek is gebracht waar zij met haar kinderen verblijft. Dit is ingegeven door de omstandigheid dat er een groot risico bestaat dat, wanneer de ex-partner vrijkomt, dit voor onveiligheid gaat zorgen voor klaagster en de kinderen. Veilig Thuis heeft aangegeven het onwenselijk voor de kinderen te vinden als beide ouders in detentie verblijven, nu het voor veel onrust zorgt als zij op een onbekende plek moeten verblijven terwijl hun moeder weg is.

Hoewel de beroepscommissie het belang van de kinderen onderkent, is op dit moment onbekend hoe de situatie zal zijn op het moment van de melddatum in januari 2024. Bij de huidige stand van zaken is dan ook nog onvoldoende aannemelijk dat uitstel nodig is. Naar het oordeel van de beroepscommissie ligt het op dit moment meer in de rede dat klaagster, op het moment dat haar melddatum nadert, (opnieuw) een verzoek aan verweerder doet om uitstel van haar melddatum, indien zij van mening is dat haar situatie daartoe aanleiding geeft. 

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 19 oktober 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter, mr. M.F.A. van Pelt en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. A. Back, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven