Nummer 22/29633/GA
Betreft [klager]
Datum 18 oktober 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen het niet goed functioneren van het intercomsysteem in de Penitentiaire Inrichting (PI) Almelo.
De beklagcommissie bij de PI Almelo heeft op 14 september 2023 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (KA-2021-484). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Almelo (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Het probleem van het niet tijdig reageren op oproepsignalen van gedetineerden via de intercom keert vaak terug op de agenda bij de Commissie van Toezicht en de directie. Dit blijkt ook uit het jaarverslag van de Commissie van Toezicht van 2021 (pagina 7). Men lijkt niet te leren van deze klachten.
Klager wil zich tevens beklagen over de werk- en handelswijze van de Commissie van Toezicht bij de PI Almelo. De leden en secretaris van de beklagcommissie weigerden hun naam te noemen. Daardoor kan klager niet controleren of deze personen wel gemachtigd zijn en of zij daadwerkelijk lid zijn van de Commissie van Toezicht. In klagers strafzaak zijn de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming betrokken. Zij zijn onder meer verantwoordelijk voor het aanstellen van rechters, raadsheren en leden van het Openbaar Ministerie. De Inspectie Justitie en Veiligheid heeft gefraudeerd in klagers strafzaak.
Ten slotte gaat klager niet akkoord met een schriftelijke behandeling en verzoekt daarom een fysieke zitting in te plannen.
Standpunt van de directeur
De directeur persisteert bij zijn standpunt zoals ingenomen in de beklagprocedure.
3. De beoordeling
Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. De stukken bevatten voldoende informatie om het beroep te kunnen beoordelen. De beroepscommissie wijst het verzoek daarom af.
Voor zover klager zich beklaagt over de werk- en handelswijze van de beklagcommissie bij de PI Almelo gaat de beroepscommissie hieraan voorbij, nu het beklag in beroep opnieuw ten gronde wordt beoordeeld.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag omdat het klaagschrift onvoldoende concreet is, onder meer omdat data en tijdstippen ontbreken.
Klager beklaagt zich over het niet goed functioneren van het intercomsysteem in de PI Almelo. Naar het oordeel van de beroepscommissie is hiermee sprake van een beklag tegen een algemene situatie, die niet specifiek klager betreft. Klager klaagt er immers niet over dat en wanneer zijn celoproepen niet (tijdig) zijn beantwoord. Het beklag is daarom ook vergelijkbaar met een beklag tegen een algemene regel. Daartegen staat volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie alleen beklag open, als er sprake is van strijd met (hogere) wet- of regelgeving. Dat criterium dient dan ook te gelden in gevallen als deze (RSJ 1 september 2023, 22/29880/GA).
In artikel 7, aanhef en onder a, van de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen staat dat de verblijfsruimte is voorzien van een intercom of bel waarmee vanuit de cel te allen tijde een ambtenaar of medewerker van de inrichting kan worden opgeroepen. In de destijds geldende huisregels van de PI Almelo is, in lijn met deze bepaling, onder paragraaf 2.3 opgenomen dat de verblijfsruimte van iedere gedetineerde is voorzien van een intercomsysteem, waarmee de gedetineerde contact kan zoeken met het personeel. Dit intercomsysteem bevindt zich naast de deur van de cel van de gedetineerde. Daarmee kan de gedetineerden in contact komen met het personeel. Het personeel kan langskomen of er wordt een spreek-/luisterverbinding tot stand gebracht via het intercomsysteem. In noodgevallen kan de gedetineerde het personeel alarmeren door gebruik te maken van het intercomsysteem.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de beroepscommissie niet gebleken dat de algemene situatie waarover klager zich beklaagt in strijd is met hogere wet- of regelgeving. Klager is dus terecht niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag, zij het dat de beroepscommissie tot deze conclusie komt op andere gronden dan de beklagcommissie heeft gedaan. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden bevestigd, met wijziging van de gronden.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met wijziging van de gronden.
Deze uitspraak is op 18 oktober 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. S. Djebali, voorzitter, G. Bakx en mr. L.C.P. Goosens, leden, bijgestaan door mr. D. Boessenkool, secretaris.
secretaris voorzitter