Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1642/GB, 25 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:25-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1642/GB

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 juni 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis Grave ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 19 juni 2007 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis verslaafden begeleidingsafdeling (VBA) Zutphen. Op 10 juni 2008 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Grave, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft begeleiding nodig voor de terugkeer in de maatschappij. Het is onterecht dat klager is weggestuurd van de VBA omdat anderen die vaker geweld hebben meegemaakt niet uit het traject worden gehaald. Klager verwijst naar drie bijlagen, waarin
een beschrijving is gegeven van het gebeuren op 24 mei 2008. In een brief staat dat klager een klap heeft gegeven. Hij vraagt zich af wat hij anders moet als hij zich bedreigd voelt.
Klager is verontwaardigd over het beeld dat van hem geschetst wordt. Hij voelt zich boos en is teleurgesteld in alle begeleiders. Er is eigenlijk sprake geweest van één incident. Klager wil nog steeds erg graag aan zijn problematiek werken.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Na een eerdere afwijzing is klager op 31 maart 2008 overgeplaatst naar de gevangenis VBA Zutphen. Klager had een motivatiebrief geschreven. In de beslissing van 26 maart 2008 is duidelijk vermeld dat klagers motivatie regelmatig getoetst wordt en dat
bij afwezigheid van coöperatief gedrag een terugplaatsing naar de gevangenis Grave volgt. Op 4 juni 2008 werd een terugplaatsingsvoorstel van de directeur van de gevangenis VBA Zutphen ontvangen. Uit het voorstel volgt dat klager een storende factor is
op de afdeling. Hij is voortdurend grensverleggend bezig en kan slecht tegen kritiek. Voorts is hij verbaal agressief in de omgang met zowel het personeel als met medegedetineerden. Na enkele aanvaringen op de afdeling volgt uiteindelijk een rapport
wegens geweld jegens een medegedetineerde.
Gelet op de gemaakte afspraken en het vertoonde gedrag is besloten om klager terug te plaatsen naar de gevangenis Grave. Het beroepschrift van klager, met een brief van zijn moeder, levert geen concrete punten op waardoor de bestreden beslissing zou
moeten worden herzien.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Grave is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Artikel 20, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden bepaalt dat op de VBA gedetineerden kunnen worden geplaatst die een verslavingsproblematiek hebben en die in staat en bereid zijn van de geboden
begeleiding bij deze problematiek gebruik te maken. Alvorens op een VBA te kunnen worden geplaatst, moet de gedetineerde met succes een toeleidingsprogramma hebben afgerond. In de toelichting op dit artikel wordt voor een uitgebreide omschrijving van
de
vormen van opvangmodaliteiten verwezen naar de zgn. productbeschrijvingen van het gevangeniswezen. Hierin is, naast de geldende selectiecriteria per inrichting of afdeling, nadere informatie te vinden over de doelgroep, het regime, het doel en de zorg
in de inrichting of afdeling. In de productbeschrijving van de VBA staat, voor zover in beroep van belang, het volgende. Het doel van de VBA’s is het doorbreken van de verslaving (drugs, alcohol, gokken) en het oplossen van de aan verslaving
gerelateerde problematiek zoals psychische en lichamelijke stoornissen en sociale achterstand. Het programma kent een trajectmatige opbouw en verloopt in fases. Tijdens het verblijf op de VBA wordt met een groepsgerichte aanpak beoogd de motivatie te
stimuleren waardoor de verslaving kan worden doorbroken. Deelname aan activiteiten in het dagprogramma is verplicht. Het niet deelnemen aan activiteiten is een contra-indicatie voor de geschiktheid en daarmee voor het verblijf op de VBA. De zorg is
gericht op bejegening, waarbij individuele persoonskenmerken leidend zijn en heeft tot doel een bijdrage te vormen aan het persoonlijk welzijn. Het zorgaspect kan aanleiding zijn om gedetineerden door te plaatsen naar interne of externe
vervolgvoorzieningen. Daartoe zijn contactmomenten tussen gedetineerden en personeelsleden van groot belang. De contactmomenten hebben mede tot doel inzicht te krijgen in de persoons- en groepsstructuur, waarover de bevindingen worden weergegeven in
gedragsrapportages. Mede op basis hiervan kan een passend selectieadvies tot stand worden gebracht en het individuele detentieplan worden bijgesteld.

4.4. Vast staat dat klager gedurende een periode van ruim twee maanden op de VBA te Zutphen verbleef. Uit de rapportage komt naar voren dat klager in het verleden veel drugs heeft gebruikt. Er blijkt niet van gebruik gedurende de detentie. Voorts
volgt uit de rapportage dat klager een maatregel en disciplinaire straf opgelegd heeft gekregen wegens geweld jegens een medegedetineerde. Gelet op het gedrag van klager op de VBA te Zutphen en de inhoud van de gedragsrapportage, getoetst aan de
productomschrijving van de VBA, is de beroepscommissie van oordeel dat klager niet heeft voldaan aan de inspanningsverplichting die van hem op de VBA verwacht mag worden.
Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Derhalve beslist de
beroepscommissie als volgt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 25 augustus 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven