nummer: 08/1859/GV
betreft: [klager] datum: 19 augustus 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 23 juli 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft niet zozeer bezwaar tegen de beslissing om zijn verzoek om algemeen verlof af te wijzen als wel tegen de gronden voor die beslissing. Het advies van de inrichting heeft voor de Staatssecretaris
kennelijk zwaar gewogen. De inrichting stelt echter enkel negatief te adviseren omdat het niet mogelijk is een goed onderbouwd advies op te stellen. Klager is daarom van mening dat het advies van de inrichting als neutraal beoordeeld had moeten worden.
In dat geval had de Staatssecretaris het verzoek niet zonder meer behoeven af te wijzen.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De directeur van de gevangenis van de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht heeft in zijn advies aangegeven dat klager nog te kort in de inrichting verblijft om een inhoudelijk advies te kunnen geven over de verlofaanvraag. Die mededeling dient te
worden
bezien in combinatie met het negatieve advies van de Coördinator Terugdringen Recidive (TR) en het positieve advies van de politie. Het negatieve advies van de coördinator TR heeft in dit geval de doorslag gegeven om het verzoek af te wijzen. Klager
heeft hoog gescoord op de Risicoanalyse (Risc). Klager is vanuit een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) teruggeplaatst naar een b.b.i. zonder regimair verlof en vervolgens naar een normaal beveiligde inrichting. Bij die gelegenheid is ook de
behandeling bij De Waag gestopt. Gelet op klagers naderende v.i.-datum is voorstelbaar dat een volgend verzoek, met een datum vanaf medio september 2008, wel voor toewijzing in aanmerking kan komen. Dan zal er ook een meer onderbouwd advies van de
directeur te verwachten zijn.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis van de locatie Dordtse Poorten heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag .
De politie Alkmaar heeft aangegeven geen bezwaren te hebben ten aanzien van het door klager opgegeven verlofadres.
3. De beoordeling
Klager ondergaat thans vier maanden vervangende hechtenis ter zake van een veroordeling tot de verplichting van betaling van een som gelds aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer. Deze detentie eindigt op 18 september 2008. Aansluitend dient hij
eventueel nog twee vervangende hechtenisstraffen van (in totaal) twee maanden en vijftien dagen te ondergaan, eveneens in verband met veroordelingen tot betaling van een som gelds aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer. De detentie zal eindigen
op
20 november 2008.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal drie verlofaanvragen indienen.
Klager heeft voorafgaand aan zijn verblijf in de locatie Dordtse Poorten verbleven in de b.b.i. van de locatie Westlinge en de gevangenis De Grittenborgh te Hoogeveen. In het kader van het verzoek om algemeen verlof is advies gevraagd aan de
coördinator
TR. Deze heeft in zijn advies mede klagers verblijf in de eerdere inrichtingen mee laten wegen. De omtrent klagers verblijf in de b.b.i. opgemaakte selectierapportage was aanleiding voor de coördinator om, mede in verband met klagers gokverslaving en
het door de reclassering als hoog ingeschatte recidiverisico, negatief te adviseren ten aanzien eventuele regimaire vrijheden.
De selectiefunctionaris heeft naar aanleiding van die rapportage van de coördinator alsmede de voorvallen in de b.b.i., welke uiteindelijk hebben geleid tot klagers overplaatsing naar een normaal beveiligde inrichting, op goede gronden kunnen besluiten
dat er vooralsnog onvoldoende vertrouwen bestaat in een goed verloop van het verlof.
De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden vooralsnog een contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze, ondanks het positieve advies van de politie en het inhoudelijk neutrale advies van de directeur, een afwijzing van
klagers verlofaanvraag kunnen rechtvaardigen. De beslissing van de Staatssecretaris kan bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4, onder b en d, van de Regeling tijdelijk verlaten
van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 19 augustus 2008.
secretaris voorzitter