Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/35979/GB, 25 september 2023, beroep
Uitspraakdatum:25-09-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/35979/GB

    

Betreft  [klager]

Datum  25 september 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 24 augustus 2023 klager opgeroepen om zich op 3 oktober 2023 te melden in de locatie Esserheem te Veenhuizen, voor het ondergaan van 557 dagen gevangenisstraf.

Klager heeft verzocht om uitstel van zijn melddatum. Verweerder heeft dat verzoek op 5 september 2023 afgewezen.

Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager verzoekt om uitstel van minimaal 14 of zo mogelijk 28 dagen (tot 17 oktober 2023 of zo mogelijk tot 31 oktober 2023). In de periode van 3 oktober 2023 tot 17 oktober 2023 moet een strafrechtelijk cassatieverzoek worden gefinaliseerd. Het betreft een zeer groot dossier met een zeer uitgebreid vonnis. Het dossier beslaat 9254 pagina’s en het vonnis beslaat 68 pagina’s en kent 207 voetnoten. Aan klager is een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren opgelegd, dus de belangen zijn groot. Klager heeft een advocaat bereid gevonden om het cassatieverzoek voor hem op te stellen. De advocaat kent het dossier echter nog niet. Klager heeft met zijn advocaat alle tijd nodig die door de Hoge Raad is gegeven (maximaal zestig dagen) om de helse klus te klaren. Wanneer klager zich in detentie bevindt, kan hij niet in voldoende mate de werkzaamheden verrichten die zijn advocaat van hem verwacht. Klager kan moeilijk ruim vijftig ordners meenemen naar de gevangenis. Ook het ontbreken van de toegang tot internet zal in de praktijk een groot probleem vormen.

Daarnaast doet de rechtbank Noord-Nederland op 4 oktober 2023 uitspraak in een belangrijke civiele zaak voor klager en zijn bedrijf. Klager moet op de hoogte zijn van die uitspraak en moet snel kunnen afstemmen met zijn jurist. Afhankelijk van het gewezen vonnis zullen hierover op korte termijn juridische keuzes moeten worden gemaakt. Klager zal ook met zijn fiscaal jurist moeten afstemmen.

Voorts doet de Hoge Raad op 13 oktober 2023 uitspraak in een hele grote civielrechtelijke zaak (een dossier van meer dan 10.000 pagina’s) die klagers oud werkgever tegen klager heeft aangespannen. Zijn oud werkgever eist meer dan dertig miljoen euro van klager. Ook die uitspraak zal klager snel moeten kunnen bestuderen en ook hierbij zal afstemming met een jurist en een fiscaal jurist moeten plaatsvinden. Vervolgens moet er snel beslist worden of er juridische vervolgacties moeten volgen. Als klager uitstel zou kunnen krijgen tot 31 oktober 2023, dan is hij samen met zijn advocaat in staat om adequaat te reageren op deze uitspraak.

Voornoemde juridische kwesties hebben raakvlakken en klager moet daarom centraal kunnen overleggen met drie verschillende juristen, een fiscaal jurist, klagers oud werkgever, de Belastingdienst en het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Dat lukt niet vanuit detentie. De uitkomsten van de eerdergenoemde zaken hebben daarnaast fiscale gevolgen. Klager zal deze kwesties moeten kunnen bespreken met een fiscaal jurist en vervolgens met de Belastingdienst.

Tot slot geldt dat het uitstel ook belangrijk is voor andere partijen. Klagers oud werkgever heeft aangegeven de kwestie snel te willen beëindigen door middel van een bepaald integraal schikkingsvoorstel. Om het schikkingsvoorstel van klagers oud werkgever te verwerkelijken, heeft klager contact gezocht met de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft aangegeven het integrale voorstel wel te willen bespreken. Vanuit een vertegenwoordiger van het CJIB/het Openbaar Ministerie (OM) is op 18 september 2023 telefonisch aangegeven dat zij het gedane voorstel in week 38 intern gaan bespreken en dat klager vervolgens een reactie ontvangt.

Als klager geen uitstel krijgt, wordt hij zwaar in zijn belangen geschaad. Bovendien verzoekt hij slechts een zeer beperkt uitstel. 

 

Standpunt van verweerder

Een herzieningsverzoek is geen grond voor uitstel en bij het kunnen aantonen van een aanmerkelijk belang bestaat de mogelijkheid om rechtelijke procedures vanuit detentie bij te wonen. De herzieningszaak is de zaak waarvoor klager is opgeroepen voor het ondergaan van 557 dagen gevangenisstraf. De Hoge Raad heeft op 17 januari 2023 uitspraak gedaan. Buiten het feit dat een herzieningsverzoek geen grond voor uitstel is, heeft klager sinds januari 2023 de tijd gehad om zich voor te bereiden.

Daarnaast heeft klager nog diverse andere zaken lopen en heeft hij een verschil van inzicht met de Belastingdienst. Alles overziend zal een kortdurend uitstel geen meerwaarde kennen, omdat het langdurige kwesties (kunnen) zijn.

 

3. De beoordeling

De procedure voor zelfmelders is geregeld in hoofdstuk 2 van de Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen en hoofdstuk 2 van de Beleidsregels tenuitvoerlegging strafrechtelijke en administratiefrechtelijke beslissingen 2021.

Klager wil graag uitstel van zijn melddatum, omdat hij verschillende rechterlijke procedures heeft lopen en die procedures en een eventuele schikking met een uitstel van maximaal vier weken in goede banen zou kunnen leiden.

Klager heeft in beroep concreet aangeduid hoe en waarom zijn (zakelijke) belangen conflicteren met zijn melddatum. Daarbij is naar het oordeel van de beroepscommissie vooral het schikkingsvoorstel van belang, omdat ook de belangen van derden daarbij betrokken zijn. Het is aannemelijk dat het OM, klagers oud werkgever en de Belastingdienst een aanmerkelijk belang hebben bij een uitstel van de tenuitvoerlegging, omdat daardoor de kans bestaat dat zij met een finale schikking een deel van hun vordering op klager alsnog voldaan krijgen.

Het is naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende aannemelijk geworden dat een eventuele schikking in de nabije toekomst plaats zou kunnen vinden. De Belastingdienst heeft namelijk aangegeven het integrale schikkingsvoorstel wel te willen bespreken op 2, 3 of 4 oktober aanstaande en dat het niet lukt om eerder dan begin oktober een gesprek te hebben. Vanuit een vertegenwoordiger van het CJIB/ het OM is daarnaast op 18 september 2023 telefonisch aangegeven dat zij het gedane voorstel in week 38 (de week vanaf maandag 18 september 2023) intern gaan bespreken en dat klager vervolgens een reactie ontvangt.

Het voorgaande moet worden afgewogen tegen het belang om klagers huidige melddatum in stand te houden. Hoewel de beroepscommissie met verweerder van oordeel is dat het langdurige kwesties zouden kunnen zijn, is zij van oordeel dat een eenmalig uitstel van 28 dagen (een relatief korte periode) voornoemde partijen in ieder geval de kans biedt om tot een akkoord te kunnen komen.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, moet de bestreden beslissing als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. Zij zal verweerder opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Tot die tijd hoeft klager zich dus niet te melden. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt verweerder op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 

Deze uitspraak is op 25 september 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. C. Fetter, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. J.M.C. Louwinger-Rijk, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.

 

secretaris         voorzitter

Naar boven