Nummer 22/29886/GA
Betreft [klager]
Datum 21 september 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de locatie Roermond (hierna: de directeur)
1. De procedure
[klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij op 1 juni 2022 geen bezoek heeft kunnen brengen aan de bibliotheek.
De beklagcommissie bij de locatie Roermond heeft op 13 oktober 2022 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €10,- (R-2022-428). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Roermond gehoord op de zitting van 10 februari 2023 in de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught. De beroepscommissie heeft vervoer voor klager geregeld, zodat hij op de zitting kon worden gehoord. Klager heeft echter geen gebruik gemaakt van die mogelijkheid. Op 20 februari 2023 heeft de beroepscommissie een e-mail van mr. T.S. van der Horst ontvangen, met daarin – kort samengavat – de mededeling dat klager niet op de hoogte was van de behandeling van het beroep in zijn zaak en waarin wordt geïnformeerd naar de inhoud van het beroep en de aard van de behandeling op 10 februari 2023. Naar aanleiding daarvan heeft de beroepscommissie aanleiding gezien op 4 mei 2023 een verslag van horen op te maken en deze naar klager te versturen, teneinde klager in de gelegenheid te stellen zijn standpunt in beroep toe te lichten. Klager heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van de directeur
Tijdens de beklagzitting heeft klager de klacht uitgebreider beschreven dan in het klachtformulier. Op het klachtformulier heeft klager aangegeven dat hij een uur later ingesloten werd en dat hij een keuze moest maken tussen activiteiten. Gelet hierop was klager dus wel uitgesloten. Tijdens de beklagzitting vermeldde klager echter dat hij op de bel had gedrukt, maar niet werd uitgesloten om naar de bibliotheek te gaan. Dit standpunt was niet eerder bekend. De directeur heeft hierop dan ook geen verweer kunnen voorbereiden en voeren. De beklagcommissie heeft de directeur niet in de gelegenheid gesteld dit nieuwe standpunt te onderzoeken en hier een onderbouwde reactie op te geven. Daarmee is zij voorbijgegaan aan de aard van het geschil en heeft dit uitgebreid zonder de directeur daarover te hebben gehoord. Dit nieuwe standpunt van klager heeft een rol gespeeld in de mondelinge uitspraak van de beklagcommissie.
De directeur heeft na de uitspraak van de beklagcommissie nader onderzoek gedaan. In de ochtendrapporten van 1 en 2 juni 2022 staan geen bijzonderheden vermeld ten aanzien van een bezoek aan de bibliotheek. Voorts heeft de directeur het dagprogramma nagekeken voor de afdeling waarop klager verbleef. Op 1 juni 2022 had klager een bibliotheekmoment van 15:30 uur tot 16:30 uur. Dit bibliotheekmoment valt samen met het bezoekmoment van 15:15 uur tot 16:15 uur. Blijkens de bezoekerslijst heeft klager op 1 juni 2022 bezoek gehad. Het was klagers keuze om het bibliotheekmoment op te offeren voor het bezoekmoment. Dit komt overeen met het insluiten van klager om 16:30 uur. Naast voornoemd bezoekmoment heeft klager nog twee bezoekmomenten in de week. Klager heeft één bibliotheekmoment per week.
In de beklagprocedure zijn voornoemde rapporten geen onderwerp van gesprek geweest, omdat de directeur uitging van een andere klacht en de dagprogramma´s niet uit haar hoofd kent. In die procedure is wel naar voren gebracht dat het dagprogramma de keuze geeft om bijvoorbeeld naar de bibliotheek te gaan of naar andere recreatie.
Verzocht wordt de uitspraak van de beklagcommissie te vernietigen en het beklag alsnog ongegrond te verklaren dan wel klager niet ontvankelijk te verklaren in het beklag.
Standpunt van klager
Klager heeft zijn standpunt in beroep niet nader toegelicht.
3. De beoordeling
Uitleg van de klacht en omvang van het geschil
Klager beklaagt zich in het klaagschrift over het niet krijgen van een bibliotheekmoment op 1 juni 2022. Tevens vermeldt klager in het klaagschrift dat "ze niet twee dingen tegelijk kunnen plannen, zoals bezoek en bieb". Ter zitting van de beroepscommissie heeft de directeur toegelicht dat klager op 1 juni 2022 tegelijkertijd bezoek en een bibliotheekmoment gepland had staan en dat klager bezoek heeft ontvangen. Voorts heeft de directeur toegelicht dat klager zijn klacht tijdens de beklagzitting heeft uitgebreid door aan te voeren dat hij niet werd uitgesloten voor het bibliotheekmoment, terwijl hij op de bel had gedrukt.
Uit het vorenstaande in onderlinge samenhang bezien begrijpt de beroepscommissie dat klagers klacht erop ziet dat in zijn rooster het bibliotheekmoment en het bezoekmoment samenvallen, waardoor hij op 1 juni 2022 geen bibliotheekmoment heeft gehad. De beroepscommissie merkt hetgeen klager tijdens de beklagzitting heeft aangevoerd aan als een aanvulling – en aldus geen ongeoorloofde uitbreiding – op de oorspronkelijke klacht, zodat dit aan haar oordeel is onderworpen.
Inhoudelijke beoordeling van de klacht
Klager komt feitelijk op tegen het tegelijkertijd laten plaatsvinden van het bezoekmoment en het bibliotheekmoment. Het samenvallen van het bibliotheek- en het bezoekmoment in het rooster betreft niet een door de directeur jegens klager genomen beslissing maar een algemene regel. Hiertegen staat geen beklag open, tenzij die regel in strijd is met hogere wet- of regelgeving (vgl. RSJ 7 september 2017, 17/1111/GA). Daarvan is niet gebleken, nu naar het oordeel van de beroepscommissie uit de toelichting van de directeur voldoende aannemelijk is geworden dat klager drie bezoekmomenten en één bibliotheekmoment per week krijgt aangeboden.
Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in het beklag.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Deze uitspraak is op 21 september 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D. van der Sluis, voorzitter, mr. A. Pahladsingh en mr. R. Raat, leden, bijgestaan door mr. D. Boessenkool, secretaris.
secretaris voorzitter