Nummer 23/36051/SGA
Betreft [verzoeker]
Datum 18 september 2023
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker] (hierna: verzoeker)
1. De procedure
De directeur van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de directeur) heeft op 11 september 2023 beslist dat verzoeker wordt verplicht tot het ondergaan van een onvrijwillige geneeskundige behandeling, als bedoeld in artikel 46d, aanhef en onder a, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) (hierna: a dwangbehandeling), voor de duur van drie maanden.
Verzoekers raadsvrouw, mr. E.A. Blok, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het beroepschrift (23/36052/GA).
2. De beoordeling
Uit de stukken blijkt dat de toediening van de medicatie op grond van de bestreden beslissing inmiddels op 11 september 2023 heeft plaatsgevonden. Het schorsingsverzoek kan daarom geen betrekking meer hebben op de eerste toediening van de medicatie op 11 september 2023, maar enkel op de verdere tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing.
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing om bij verzoeker a-dwangbehandeling toe te passen in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Daarover overweegt de voorzitter als volgt.
Op grond van artikel 46e, in verbinding met artikel 46d, aanhef en onder a, van de Pbw kan de directeur beslissen tot het toepassen van een a-dwangbehandeling, indien aannemelijk is dat het gevaar dat de psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap de gedetineerde doet veroorzaken, zonder die behandeling niet binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen.
Uit de stukken, waaronder verzoekers behandelingsplan, de verklaringen van de behandelend psychiater en een psychiater die niet bij de behandeling van verzoeker betrokken was, komt naar voren dat er bij verzoeker sprake is van een manisch ontremd beeld met mogelijk psychotische symptomen. Verzoekers beeld lijkt te passen bij een bipolaire stoornis, gezien er ook eerder sprake is geweest van somberheid en suïcidaliteit. Verzoeker is preventief gehecht vanwege het doodschieten van twee mannen in de Mac Donalds in 2021. Verzoeker is sinds juli 2023 niet te beheersen op de afdeling, bleef maar doorpraten en stelde aanhoudend vragen. Aansturing had maar kort effect. In de nacht was verzoeker onrustig en hij maakte geluid. Medegedetineerden klaagden over verzoeker. Ook raakte verzoeker toenemend in conflict met groepsgenoten. Als gevolg van het gedrag is verzoeker op een individueel programma geplaatst. Binnen het individueel programma begon verzoeker veelvuldig via de intercom te bellen, zijn cel was een rommel en hij diende veel klaagschriften in. Verzoeker is verbaal agressief jegens personeel. Medicatie is meermaals met verzoeker besproken maar hij blijft het weigeren. Verzoeker heeft geen ziektebesef of inzicht. Thans is er sprake van gevaar voor agressie naar derden, gevaar voor zelfbeschadigend gedrag, gevaar voor agressie van derden jegens verzoeker en gevaar voor maatschappelijke teloorgang. Dwangmedicatie is nodig om het gevaar af te wenden dat voortvloeit uit verzoekers psychotische toestandsbeeld.
Gelet op het voorgaande is naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – en anders dan namens verzoeker is aangevoerd – voldoende aannemelijk geworden dat verzoeker vanuit de bij hem vastgestelde stoornis gevaar veroorzaakt en dat, zonder een geneeskundige behandeling, het gevaar dat de psychische stoornis verzoeker doet veroorzaken, niet binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen. Daarbij voldoet de beslissing om bij verzoeker a-dwangbehandeling toe te passen naar het voorlopig oordeel van de voorzitter ook aan de eisen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid. De bestreden beslissing kan dan ook niet op voorhand als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. De voorzitter zal het verzoek daarom afwijzen.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is op 18 september 2023 gedaan door mr. M.J. Vos, voorzitter, bijgestaan door bc. L. Vis-van Alff, secretaris.
secretaris voorzitter