Nummer 22/29807/GA
Betreft [Klager]
Datum 21 november 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
de directeur van de locatie Roermond (hierna: de directeur)
1. De procedure
[Klager] (hierna: klager) heeft – voor zover in beroep aan de orde – beklag ingesteld tegen de interne overplaatsing naar een andere cel op 5 januari 2022.
De beklagrechter bij de locatie Roermond heeft op 30 september 2023 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €10,- (R-2022-44). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.
De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft de directeur, klager en zijn raadsman mr. T. Scheffer in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De beoordeling
De beroepsrechter heeft het beroepschrift en de overige stukken in het dossier bestudeerd. Op basis van deze stukken is de beroepsrechter van oordeel dat de beklagrechter het beklag terecht gegrond heeft verklaard. De beroepsrechter benadrukt daarbij dat de beklagrechter het in de inrichting gehanteerde beleid als zodanig niet onredelijk of onbillijk heeft bevonden. Een beslissing tot een interne overplaatsing van een gedetineerde dient evenwel zorgvuldig tot stand te komen, waarbij van belang is dat de gedetineerde ten tijde van de interne overplaatsing duidelijk is gemaakt wat de reden voor zijn overplaatsing. De stelling dat de directeur na de aanzegging van de interne overplaatsing zelf zou hebben getracht klager te horen en daarbij een toelichting te geven over de reden voor de interne overplaatsing, maar dat klager dit zou hebben geweigerd, vindt onvoldoende steun in de stukken. Naar het oordeel van de beroepsrechter is dan ook niet aannemelijk geworden dat het klager ten tijde van zijn interne overplaatsing duidelijk was wat de reden voor zijn overplaatsing vormde (vergelijk RSJ 21 maart 2022, R-20/8075/GA) dan wel dat dit door zijn eigen toedoen niet duidelijk kon worden gemaakt. Daarbij geldt dat het enkel verwijzen naar de plaatsing op de lijst van gedetineerden met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM) niet volstaat (vergelijk RSJ 21 maart 2022, R-20/8076/GA). In een dergelijk geval dient dan duidelijk te zijn gemaakt waarom de GVM-status aanleiding geeft tot een interne overplaatsing. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
3. De uitspraak
De beroepsrechter verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.
Deze uitspraak is op 21 november 2023 gedaan door mr. D.R. Sonneveldt, beroepsrechter, bijgestaan door mr. S.F.J.H. Niederer, secretaris.
secretaris voorzitter
Versie informatie document
Publicatie op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 07-12-2023 (vanaf dit moment beschikbaar op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming)
Datum document:
Uitspraakdatum: 21-11-2023