Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1825/SGA, 25 juli 2008, schorsing
Uitspraakdatum:25-07-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1825/SGA

Betreft: [klager] datum: 25 juli 2008

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

M. Stoks, verder verzoeker te noemen, verblijvende in het huis van bewaring (h.v.b.) Arnhem Zuid te Arnhem.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van drie beslissing van de directeur van voormeld h.v.b. van (steeds) 17 juli 2008, inhoudende:
a. de oplegging van een disciplinaire straf van negen dagen opsluiting in een strafcel, ingaandeop 17 juli 2008 om 11.00 uur en eindigend op 26 juli 2008 om 11.00 uur, wegens hetvoorhanden hebben van contrabande (geprepareerde flessen drank en
medicijnen);
b. de oplegging van een disciplinaire straf van zes dagen opsluiting in een andere verblijfsruimtedan een strafcel, ingaande op 26 juli 2008 om 11.00 uur en eindigend op 1 augustus 2008 om 11.00 uur, wegens het voor de tweede keer positief scoren op
het
gebruik van softdrugs bij een urinecontrole;
c. de oplegging van een disciplinaire straf van vier dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, ingaande op 1 augustus 2008 om 11.00 uur en eindigend op 5 augustus 2008 om 11.00 uur, wegens het in strijd met de huisregels aankopen
van een horloge van een medegedetineerde.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 19 juli 2008 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 26 juli 2008.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat de directeur hem op een en dezelfde dag disciplinaire straffen heeft opgelegd van te samen negentien dagen. Verzoeker is van mening dat een disciplinaire straf maximaal veertien dagen mag duren.
Met betrekking tot het aantreffen van de medicijnen en flessen met drank voert verzoeker nog aan dat de medicijnen buiten zijn weten onder zijn tafel zijn geplakt en dat de flessen met drank door een medegedetineerde die met ontslag ging in zijn cel
zijn geplaatst.

De directeur heeft onder meer het volgende naar voren gebracht. Op 17 juli 2008 zijn aan verzoeker drie disciplinaire straffen opgelegd. De directeur verwijst naar de betreffende verslagen. Met betrekking tot het aantreffen van flessen drank geldt dat
verzoeker eerder gerapporteerd is voor een soortgelijk feit. Ook voor het gebruik van THC is hij eerder gestraft.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissingen waartegen beklag is ingediend in strijd zijn met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk zijn dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van
de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissingen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

Voor zover verzoeker heeft aangevoerd dat de hem opgelegde disciplinaire straffen langer duren dan wettelijk is toegestaan overweegt de voorzitter dat de onderhavige straffen van de directeur steeds naar aanleiding van afzonderlijke voorvallen – die
elk
naar het voorlopig oordeel van de voorzitter voor zich strafwaardig zijn – zijn opgelegd. Een dergelijke (afzonderlijke) strafoplegging is, naar het voorlopig oordeel van de voorzitter, niet in strijd met de wet.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

aldus gegeven door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 25 juli 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven