Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/33090/GB, 11 september 2023, beroep
Uitspraakdatum:11-09-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/33090/GB

    

Betreft  [klager]

Datum  11 september 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 10 februari 2023 beslist klager over te plaatsen naar het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de Penitentiaire Inrichtingen (PI) Zwolle.

Klager heeft daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft op 6 april 2023 het bezwaar ongegrond verklaard.

Klagers raadsvrouw, mr. S.R. den Toonder, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is overgeplaatst van het Centrum voor Transculturele Psychiatrie (CTP) Veldzicht te Balkbrug naar de PI Zwolle, omdat hij volgens de gemaakte afspraken tussen verschillende inrichtingen met een PPC een zogenoemde carrousel-patiënt is. De constante overplaatsingen, zo ook de onderhavige, zouden een negatieve spiraal moeten doorbreken en het behandelteam rust geven. Dat wordt echter niet bereikt door klager continu over te plaatsen. Telkens wanneer hij gewend is aan het regime in de inrichting waar hij verblijft, wordt hij overgeplaatst naar de volgende inrichting. Dat gebeurt ook wanneer hij uitsluitend positief gedrag vertoont.

Klagers gedrag in het CPT Veldzicht is redelijk te noemen. Gedurende zijn opname is geen sprake geweest van automutilatie of agressief gedrag richting personeel of medepatiënten. De onrust ontstaat bij klager pas op het moment dat de volgende overplaatsing in zicht is.

Het is onnodig om klager nog langer als carrousel-patiënt te beschouwen. Hij wil graag worden teruggeplaatst naar CTP Veldzicht, waar hij meerdere malen heeft verbleven. Het CTP Veldzicht is bovendien de regiehouder van klagers carrousel.

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

Standpunt van verweerder

In de beslissing op bezwaar van 6 april 2023 is voldoende duidelijk uiteengezet waarom het noodzakelijk was om klager over te plaatsen naar het PPC van de PI Zwolle. Het steeds opnieuw overplaatsen van klager naar een ander PPC is, onder andere voor zijn eigen veiligheid, onontbeerlijk.

 

3. De beoordeling

Klager verbleef in het PPC van het CTP Veldzicht. Op 23 februari 2023 is hij in het kader van een carrousel-afspraak overgeplaatst naar het PPC van de PI Zwolle.

Uit het dossier volgt dat er sprake is van een PPC-carrousel, waarbij klager na ongeveer vier maanden wordt overgeplaatst naar een ander PPC. Het PPC van het CPT Veldzicht is daarbij de regiebehandelaar. Hiertoe is besloten, omdat klagers gedrag in het verleden heeft geresulteerd in (agressieve) incidenten. Een langer verblijf van klager in één inrichting gaat blijkens de stukken gepaard met grote risico’s voor zijn eigen veiligheid. Zo hebben zich eerder ernstige incidenten voorgedaan. Op 29 december 2021 heeft klager een scheermes en een nagelknipper ingeslikt die operatief moesten worden verwijderd. Op 24 januari 2022 heeft klager een pollepel ingeslikt en op 22 juli 2022 heeft hij zich dusdanig ernstig verwond, dat behandeling in het ziekenhuis noodzakelijk was. Klager heeft toen 81 hechtingen gekregen. Tot slot is klagers gedrag volgens de stukken belastend voor het personeel van de inrichting.

Uit de beslissing op bezwaar volgt dat verweerder navraag heeft gedaan bij de assistent hoofdbehandelaar van het PPC van het CTP Veldzicht over klagers toestand voorafgaand aan zijn overplaatsing. Daaruit is gebleken dat klagers antisociale en theatrale trekken tijdens zijn opname in mindere mate aanwezig waren dan voorheen, maar dat het wel nodig wordt geacht om zijn carrousel-overplaatsingen voort te zetten. Verweerder noemt daarbij dat de incidenten de laatste periode zijn uitgebleven dankzij de huidige werkwijze, waarbij klager viermaandelijks wordt overgeplaatst. In het PPC van de PI Zwolle zal blijkens de indicatiestelling van 10 februari 2023 bekeken worden of klagers verbeterende toestandsbeeld zich voortzet.

Hoewel de beroepscommissie begrijpt dat de overplaatsingen door klager als belastend worden ervaren, kan de bestreden beslissing – gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 11 september 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. F. Sieders, voorzitter, mr. C. Fetter en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.

 

secretaris         voorzitter

Naar boven