Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/31460/GA, 1 september 2023, beroep
Uitspraakdatum:01-09-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/31460/GA

               

Betreft [klager]

Datum 1 september 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Arnhem (hierna: de directeur)

    

1. De procedure

[klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen het niet tijdig reageren op zijn celoproep.

 

De beklagcommissie bij de PI Arnhem heeft op 6 januari 2023 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €7,50 (A-2022-413). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

 

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

 

De beroepscommissie heeft de directeur en klager in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van de directeur

Er was geen algemene stroomstoring. Als dat wel zo zou zijn, dan werkt het intercomsysteem overigens nog steeds, alleen kan het personeel dan niet communiceren via de intercom. Het personeel gaat dan naar de cel toe. Als er geen personeel aanwezig is, neemt de centrale post de taak om te reageren op celoproepen over.

 

Het personeel heeft – volgens klager – binnen twintig tot vijfentwintig minuten gereageerd. Dit valt binnen de aanvaardbare termijn (vergelijk RSJ 16 augustus 2011, 11/930/GA en RSJ 18 augustus 2015, 15/1693/GA). Daarnaast was er volgens klager zelf geen sprake van spoed. Hij heeft dus geen nadeel ondervonden.

 

Standpunt van klager

Klager heeft niet op het beroep gereageerd.

 

3. De beoordeling

Het niet of niet tijdig reageren op een celoproep kan gelijk worden gesteld met een beslissing van de directeur, zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), als sprake is van een beklag met voldoende belang voor de gedetineerde. Daarvan is in beginsel slechts sprake wanneer de directeur volgens de gedetineerde jegens hem “structureel en in belangrijke mate tekortschiet in zijn verzorgende taken” (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 76).

 

Als voldoende belang bij het beklag ontbreekt – wat dus losstaat van de vraag of het feitelijk klopt wat de gedetineerde heeft gesteld – dan moet de gedetineerde niet-ontvankelijk in zijn beklag worden verklaard.

 

Het gestelde probleem[1] moet zich naar het oordeel van de beroepscommissie (als meest algemene uitgangspunt) in beginsel minimaal drie keer in drie maanden – voorafgaand aan het beklag – hebben voorgedaan, om te kunnen spreken van mogelijk ‘structureel tekortschieten’. Dat is echter mede afhankelijk van de aard en ernst (c.q. belangrijkheid) van het probleem.

 

Volgens klager is eenmaal niet tijdig – pas na twintig tot vijfentwintig minuten – op zijn celoproep gereageerd, terwijl er op dat moment volgens hemzelf geen sprake was van spoed. Onder deze omstandigheden kan er naar het oordeel van de beroepscommissie geen sprake zijn geweest van een structurele en belangrijke tekortkoming in de verzorgende taken van de directeur (ongeacht wat de precieze situatie verder was). Klager heeft dan ook onvoldoende belang bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beklag.

 

De beroepscommissie is zich ervan bewust dat zij hiermee afwijkt van eerdere jurisprudentie. Het niet tijdig reageren op een celoproep (“de bel”) heeft de wetgever bij de totstandkoming van de Pbw overigens wel uitdrukkelijk benoemd als omstandigheid waartegen niet zonder meer beklag kan worden ingesteld (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 77).

 

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in het beklag.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

 

Deze uitspraak is op 1 september 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. M. Iedema en mr. F. Sieders, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

 

[1] Of de gestelde fout. Dit onderscheid is verder niet relevant.

Naar boven