nummer: 08/973/GA
betreft: [klager] datum: 12 augustus 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.R. Weening, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 14 april 2008 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 18 juli 2008, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klagers raadsman mr. E.R. Weening en [...], unit-directeur bij de p.i. Vught. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan
geen gebruik gemaakt.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de beklagen en de uitspraak van de beklagrechter
De beklagen betreffen
a. het niet kunnen douchen na het sporten alvorens klager op transport ging;
b. de beslissing klager uit het individuele groepje te plaatsen en
c. het meeluisteren door een p.i.w.-er tijdens een telefoongesprek tussen klager en zijn raadsman.
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklagen op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beklagrechter heeft ten onrechte overwogen dat het penitentiair recht niet voorziet in de mogelijkheid van wraking. Het detentierecht is steeds meer gaan leunen op het bestuursrecht en in het verlengde daarvan zou er ruimte moeten zijn voor wraking.
Beklag onder a.
Klager heeft aangegeven dat hem wel de keuze is voorgehouden van sporten of douchen.
Beklag onder b.
Het gaat om de beslissing klager uit het individuele groepje te plaatsen. Die beslissing is beklagwaardig. Dat klager later aangaf niet in het groepje te willen terugkeren, doet daar niet aan af. De uitplaatsing is onvoldoende gemotiveerd. Er moet een
dossier aan ten grondslag liggen, dat gecontroleerd kan worden. Nu wordt iemand die uit een groepje wordt geplaatst één keer per week in een overleg besproken. Dan wordt bezien of iemand weer teruggeplaatst kan worden in het groepje. Dat is een
‘gunstsysteem’ en dat zet de deur open naar allerlei wantoestanden.
Beklag onder c.
De oorspronkelijke klacht wordt uitgebreid in die zin dat het ook gaat om het af- c.q. meeluisteren door p.i.w.-ers van hetgeen klager ten overstaan van de beklagcommissie heeft gezegd. Tijdens de behandeling van een klacht heeft hij, in aanwezigheid
van p.i.w.-ers, bepaalde dingen gezegd, waarop hij later door p.i.w.-ers is aangesproken. Het verkeer tussen een klager en de beklag- c.q. beroepscommissie dient, zeker in het geval van klager die op de LABG verbleef, vertrouwelijk te zijn en te
blijven.
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Beklag onder a.
Gedetineerden krijgen altijd de gelegenheid te douchen voordat zij op transport gaan. Klager wilde op de bewuste dag eerst gaan sporten. Daarop is hem aangegeven dat het wel eens krap zou kunnen worden. Toen het transport arriveerde was er geen tijd om
uitgebreid te douchen. Hierop is klager in de gelegenheid gesteld snel te douchen of zich in zijn cel op te frissen. Klager koos toen voor het laatste.
Beklagen onder b. en c.
Tijdens het bellen met een advocaat kan niet worden meegeluisterd. Daar is een heel systeem voor. Gedetineerden krijgen een draadloos telefoontoestel op cel en de celdeur wordt dichtgedaan. Er wordt gebeld via een speciale lijn, die op geen enkele
wijze
op een opname- of meeluisterapparaat kan worden geregistreerd of meegeluisterd. Bewaarders lopen wel over de gang. Dit heeft klager kennelijk als storend ervaren en daar is gedonder over gekomen, alsook over het feit dat hij niet in de gelegenheid zou
zijn gesteld te douchen. Dit heeft klager aan andere gedetineerden voorgehouden. Klager was duidelijk bezig medegedetineerden in negatieve zin te beïnvloeden. Daarop is klager, in overleg, uit zijn groepje geplaatst en teruggeplaatst in een individueel
regime. De afwegingen zijn gemaakt in een teamvergadering. Dat biedt voldoende waarborgen voor eenduidige afwegingen en het voorkomen van willekeur. In beginsel wordt de situatie na een week opnieuw bezien.
De directeur geeft tenslotte aan dat hij er geen moeite mee heeft wanneer een p.i.w.-er met een klager in gesprek gaat over hetgeen een klager tijdens een beklag- of beroepszitting heeft gezegd, mits dit maar met respect gebeurt en niet met opruiende
intenties.
3. De beoordeling
Wat het betoog van klagers raadsman over wraking betreft overweegt de beroepscommissie als volgt. Voor zover er in eerste aanleg al (procedurele) fouten zouden zijn gemaakt, gaat de beroepscommissie daaraan voorbij, omdat zij de zaak in beroep opnieuw
ten gronde beoordeelt.
Beklag onder a.
Handelen van personeel in het kader van de uitoefening van de dienst levert een beklagwaardige beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw op. De beslissing om klager niet in de gelegenheid te stellen te douchen dan wel hem de keuze
voor te houden van kort douchen of opfrissen in de eigen cel, levert dan ook een beklagwaardige beslissing op.
Voor de beroepscommissie is voldoende aannemelijk geworden dat klager de keuze heeft gekregen om zich snel te douchen of zich op te frissen in zijn eigen cel. Waar voorts voldoende aannemelijk wordt geacht dat klager, die wilde sporten, is verteld dat
daardoor het douchemoment in de knel zou kunnen komen, kan de beslissing klager deze keuzemogelijkheid voor te houden niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beklag zal dan ook ongegrond worden verklaard.
Beklag onder b.
De beslissing klager uit het groepje te plaatsen waar hij deel van uitmaakte, levert een beklagwaardige beslissing op als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Waar het om een interne verschuiving binnen de LABG gaat, behoeft een dergelijke
beslissing niet op schrift te worden gesteld. De wijze waarop de besluitvorming plaatsvindt, zoals door de directeur omschreven, kan als voldoende zorgvuldig worden aangemerkt. De beslissing om klager uit het groepje te plaatsen kan, bij afweging van
de
omstandigheden van het geval, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beklag zal dan ook ongegrond worden verklaard.
Beklag onder c.
De beroepscommissie stelt vast dat de oorspronkelijke klacht tijdens de behandeling van het beroep is uitgebreid. Een dergelijke uitbreiding van de klacht is echter niet geoorloofd. De beroepscommissie zal zich in haar toetsing derhalve beperken tot de
oorspronkelijke klacht.
Ter zitting van de beroepscommissie heeft de directeur aangegeven op welke wijze in de LABG wordt voorzien in het bellen door gedetineerden met raadslieden. De beroepscommissie is van oordeel dat de wijze waarop het personeel hieraan invulling geeft
een
beklagwaardige beslissing oplevert. In het geval van klager zijn voor de beroepscommissie geen feiten en/of omstandigheden aannemelijk geworden die de conclusie rechtvaardigen dat het personeel onzorgvuldig zou hebben gehandeld. Ook dit beklag zal dan
ook ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklagen maar verklaart de beklagen ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. A.T. Bol en dr. M. Kooyman, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 12 augustus 2008.
secretaris voorzitter