Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1498/GB, 15 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:15-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1498/GB

Betreft: [klager] datum: 15 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.P.A. Vos, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 juni 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) met aansluitende deelname aan een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 30 augustus 2007 gedetineerd. Hij verblijft in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De door het bureau selectie en detentiebegeleiding van de b.b.i. van de locatie Westlinge aan klager gegeven berekening van klagers detentiefaseringsdata, heeft bij klager het gerechtvaardigde vertrouwen gewekt dat hij geplaatst kan worden in een
z.b.b.i. en vervolgens deel kan nemen aan een p.p. Dat vertrouwen is door de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris geschonden. Daarnaast geldt dat klager thans een vervangende hechtenis ondergaat van 660 dagen naar aanleiding van een op 12
april 2001 door de rechter toegewezen ontnemingsvordering. Doordat klager niet heeft voldaan aan de vordering, is deze omgezet in die vervangende hechtenis. Dat betekent dat de ontnemingsvordering thans niet meer bestaat en er dus ook geen geldboete of
geldbedrag openstaat die plaatsing in een z.b.b.i. of deelname aan een p.p. zou verhinderen. Klager verzoekt de beroepscommissie zelf te voorzien en haar beslissing in plaats van die van de selectiefunctionaris te stellen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is gedetineerd naar aanleiding van het niet voldoen aan een toegewezen ontnemingsvordering terzake wederrechtelijk verkregen voordeel. Het bedrag van die vordering is € 90.756,04. Door de thans ten uitvoer gelegde vervangende hechtenis wordt de
ontnemingsvordering niet opgeheven. Dat bedrag blijft openstaan tot het moment dat door klager is betaald. Op grond van dat openstaande bedrag, dat hoger is dan het wettelijke maximum van € 226,=, komt klager niet in aanmerking voor plaatsing in een
z.b.b.i. Overigens geldt nog dat de inrichting, nu zij van mening was dat het verzoek niet voor toewijzing in aanmerking kwam, geen reclasseringsrapportage heeft opgevraagd. Deze ontbreekt daarom.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling), komen voor plaatsing in een z.b.b.i. in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico
vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een
strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. Op grond van het derde lid van genoemd artikel 2 van de Regeling komen voorts - en in afwijking van hetgeen hiervoor onder 4.1 - is vermeld, in aanmerking voor plaatsing in een z.b.b.i. gedetineerden ten aanzien van wie een door de
selectiefunctionaris akkoord bevonden voorstel voor deelname aan een p.p. aanwezig is.

4.3. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 2000,176) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator
bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof,
strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de
persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. De selectiefunctionaris heeft het verzoek van klager afgewezen op de grond dat klager niet voldoet aan het bepaalde in het eerste lid aanhef en onder d van artikel 2 van de Regeling, nu aan klager door de rechter een ontneming van
wederrechtelijk verkregen voordeel is opgelegd ten bedrage van € 90.756,04, welk bedrag hoger is dan het in de Regeling genoemde maximumbedrag van € 226,=. Voor zover al kan worden aangenomen dat deze bepaling kan worden toegepast op het geval waarin
vervangende hechtenis in verband met de voordeelontneming wordt tenuitvoergelegd, is de selectiefunctionaris eraan voorbijgegaan dat de ontnemingsvordering geen veroordeling tot een geldboete betreft. Ook kan niet worden aangenomen dat de openstaande
ontnemingszaak een veroordeling tot een geldbedrag betreft. De toelichting op de Regeling noch de toelichting op de voorganger van de Regeling geven enige duidelijkheid omtrent de betekenis die aan het begrip geldbedrag in die bepaling moet worden
gehecht. Nu de motivering van de bestreden beslissing als onvoldoende moet worden aangemerkt, moet de bestreden beslissing worden vernietigd. Overigens verdient overweging dat indien uitsluitend vervangende hechtenis wegens een opgelegde
betalingsverplichting ter zake van ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel wordt tenuitvoergelegd, waarbij de vervangende hechtenis derhalve niet aansluit op een vrijheidsstraf, de regelgeving geen ruimte laat voor het toepassen van
detentiefasering.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent aan klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 15 augustus 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven