Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3171/GA, 12 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:12-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/3171/GA

betreft: [klager] datum: 12 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Ppw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een uitspraak van 8 november 2007 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Ter Peel te Sevenum,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 18 juli 2008, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, zijn gehoord klaagster en [...] , unit-directeur bij de locatie Ter Peel.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft
a. de bereikbaarheid van de medische dienst en
b. de lange termijn voor oproeping voor de medische dienst.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klaagster en de directeur
Klaagster heeft in beroep haar tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klaagster heeft diverse malen tevergeefs bij de medische dienst aangeklopt. De bereikbaarheid is slecht. De directeur legt ter zitting een lijst over met data waarop contact zou zijn geweest tussen klaagster en de medische dienst. Die lijst zegt echter
niet zo veel. Klaagster heeft vaak gerappelleerd en die rappellen kunnen ook als contacten in de lijst zijn vermeld.
Klaagster is in het ziekenhuis geweest in verband met een knobbeltje in haar borst. Er is een zogenoemde mammografie afgenomen. Het knobbeltje bleek te klein om weg te halen. Tijdens het onderzoek zijn verwijde melkklieren bij klaagster geconstateerd.
Normaal gesproken zou over een jaar een nieuwe controle moeten plaatsvinden, maar in het geval van klaagster zou die controle al over drie maanden moeten plaatsvinden. Klaagster heeft niet aan de betreffende chirurg gevraagd wat één en ander te
betekenen had. Zij had daar graag met de medische dienst van de inrichting over willen spreken. Dit is echter niet gelukt, ondanks het invullen van een sprekersbriefje en ondanks het aanspreken van een verpleegkundige ‘op de trap’. De medische dienst,
die goed bereikbaar zou moeten zijn, was dat voor klaagster niet. De uitslag van de mammografie bereikte klaagster eerst vier weken na haar bezoek aan het ziekenhuis. Vier weken wachten voordat er contact plaatsvindt, is naar het oordeel van klaagster
te lang.

De directeur heeft in beroep haar tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur heeft begrepen dat het klaagster vooral zou gaan om de uitslag van een mammografie. Die uitslag heeft inderdaad vier weken op zich laten wachten. De inrichting heeft regelmatig bij het ziekenhuis gerappelleerd en de uitslag was niet eerder
beschikbaar dan na vier weken. De uitslag is vervolgens meteen aan klaagster medegedeeld. In de betreffende periode is er overigens veelvuldig contact geweest tussen klaagster en de medische dienst. In dit verband legt de directeur een lijst over
waarop
data zijn vermeld waarop contact heeft plaatsgevonden.
De directeur kan klaagsters klacht overigens wel plaatsen. Destijds is sprake geweest van enige aanpassing in de wijze waarop de medische dienst kon worden bereikt. Dat heeft in het begin voor enige verwarring dan wel onduidelijkheid gezorgd. Hierop
heeft na enige tijd weer een kleine aanpassing plaatsgevonden. Dat neemt niet weg dat er wel steeds een adequate mogelijkheid is geweest om met de medische dienst in contact te komen.

3. De beoordeling
Hetgeen klaagster in beroep heeft aangevoerd kan – voor zover dat is komen vast te staan – niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. In dit verband merkt de beroepscommissie nog het volgende op. Terecht heeft de beklagrechter
overwogen dat op de directeur een zekere zorgplicht rust waar het de toegang tot de medische dienst betreft. Klaagster heeft haar betoog echter onvoldoende feitelijk onderbouwd om te kunnen concluderen dat in deze sprake is geweest van enig aan de
inrichting verwijtbaar gedrag. Klaagsters beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal worden bevestigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. A.T. Bol en dr. M. Kooyman, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 12 augustus 2008

secretaris voorzitter

Naar boven