nummer: 08/1606/GV
betreft: [klager] datum: 30 juli 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klaagster,
gericht tegen een op 13 juni 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klaagster om haar beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klaagsters verzoek om meer dan ééns per drie maanden tijdelijk de inrichting te verlaten in het kader van incidenteel verlof afgewezen.
2. De standpunten
Klaagster heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klaagster bezoekt haar man één keer per drie maanden in de gevangenis/ISD De Geerhorst te Sittard. Dat is te weinig. Zij heeft geen familie in Nederland en krijgt bijna geen bezoek. Klaagster is nu drie jaar gedetineerd. Zij wordt psychisch ziek van de
situatie. Haar huwelijk kan geen stand houden met viermaal een bezoek per jaar. Klaagster moet met haar man praten over hun drie kinderen. De inrichtingen waar klaagster en haar man verblijven hebben geen moeite met bezoek om de zes weken.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klaagster wil haar gedetineerde echtgenoot ééns per zes weken bezoeken. Haar verzoek is gedeeltelijk gehonoreerd in een bezoek van ééns per drie maanden. De regeling is duidelijk over de frequentie van een dergelijk bezoek. Bij uitzondering wordt in
zeer bijzondere gevallen incidenteel afgeweken van de regeling. Klaagster verzoekt om structureel af te wijken van de regeling. De grond waarop dit gebaseerd is, is ook onvoldoende om éénmalig van de regeling af te wijken.
Op klaagsters verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis voor vrouwen Ter Peel te Sevenum heeft het verzoek ondersteund, indien de aanvragen voor vervoer over beide inrichtingen kunnen worden verdeeld.
De justitieel forensisch psychiater ondersteunt eveneens klaagsters verzoek.
3. De beoordeling
Klaagster ondergaat een gevangenisstraf van tien jaar met aftrek, wegens – kortweg – gedragingen strafbaar gesteld bij de Opiumwet. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 3 februari 2012.
Op grond van artikel 27 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, kan onderling gedetineerdenbezoek slechts worden verleend indien de gedetineerden elkaar ten gevolge van de detentie ten minste drie maanden niet hebben ontmoet.
In de reactie van de Staatssecretaris is aangegeven dat bij wijze van uitzondering in zeer bijzondere gevallen incidenteel wordt afgeweken van het wettelijk uitgangspunt dat onderling gedetineerden slechts één keer per drie maanden kan plaatsvinden. In
het onderhavige geval heeft de Staatssecretaris onvoldoende onderbouwd waarom met name het oordeel van de justitieel forensisch psychiater, die gemotiveerd adviseert het onderlinge gedetineerdenbezoek één keer in de zes weken toe te staan, geen
aanleiding geeft om voor één of meer keren een uitzondering te maken. Klaagsters beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de Staatssecretaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen. Aan klaagster zal geen tegemoetkoming worden
toegekend.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. J.M.M. van Woensel en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 30 juli 2008
secretaris voorzitter