Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/33784/GB, 4 juli 2023, beroep
Uitspraakdatum:04-07-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          23/33784/GB

               

Betreft [klaagster]

Datum 4 juli 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klaagster] (hierna: klaagster)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 11 mei 2023 klaagster opgeroepen om zich op 31 mei 2023 te melden in de locatie Ter Peel te Sevenum, voor het ondergaan van 39 dagen gevangenisstraf.

 

Klaagster heeft verzocht om uitstel van haar melddatum. Verweerder heeft dat verzoek op 16 mei 2023 toegewezen. Klaagster is daarbij opnieuw opgeroepen zich te melden, ditmaal op 31 juli 2023 in de locatie Nieuwersluis.

 

Klaagster heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Zij verzoekt opnieuw om uitstel van haar melddatum.

 

De beroepscommissie heeft klaagster, haar raadsvrouw mr. N.J.H. Lina en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klaagster

Klaagster geeft nog borstvoeding. Zij probeert dit af te bouwen en haar kindje de fles te geven. Dit lukt echter niet, nu het kindje de fles weigert. Het is van belang dat klaagster haar kindje borstvoeding kan blijven geven. Daarnaast is het ook in het belang van klaagster zelf, om eventuele ontstekingen bij haar tegen te gaan. Klaagster ondervindt hiervan momenteel veel stress. Daarnaast zijn er afspraken bij het consultatiebureau gepland waar klaagster bij moet zijn. De vader kan niet alleen komen.

 

Daarbij komt dat het melden in de locatie Nieuwersluis een forse reisafstand voor klaagster oplevert. Ook brengt dit hoge reiskosten met zich. Zij heeft daar de financiële middelen niet voor. Gelet op de reisafstand zal klaagster geen bezoek kunnen ontvangen en haar kinderen dan niet kunnen zien. Een plaatsing in de Penitentiaire Inrichting (PI) Zwolle zou betekenen dat klaagsters man en kinderen op bezoek kunnen komen, mede om de hechting voort te laten duren. Zij verblijft dan dichter bij huis. Klaagster wenst zich overigens onder geen beding in de locatie Nieuwersluis te melden, gelet op het rapport over de misstanden daar.

 

Het is tot slot onwenselijk dat verweerder in eerste instantie aangeeft uitstel te verlenen tot 1 september 2023, maar dit op een later moment weer terugdraait. Het kindje weigert nog steeds de fles. De enige oplossing is klaagster zich te laten melden in de locatie Ter Peel, zodat zij haar kindje mee kan nemen. Daartoe is klaagster ook bereid.

 

Standpunt van verweerder

Verweerder verwijst naar de beslissing van 16 mei 2023. Hierop wordt nog het volgende aangevuld. Bij hoge uitzondering is het arrestatiebevel van klaagster ingetrokken en is zij in aanmerking gekomen voor de zelfmeldprocedure. Er is rekening gehouden met de situatie. Er was een speciale Moeder & Kind-cel gereserveerd in de locatie Ter Peel, waar klaagster met haar kindje terecht kon in verband met het geven van borstvoeding. Klaagster wenste hier geen gebruik van te maken vanwege de afstand. Op eigen verzoek is aan klaagster uitstel verleend tot 31 juli 2023, zodat zij kon beginnen met het afbouwen van de borstvoeding. Hoewel een detentie voor moeders met kinderen zeer ingrijpend is, hebben alle betrokken partijen rekening gehouden met de gezinssituatie. Klaagster kan overigens niet naar de PI Zwolle, omdat daar momenteel alleen plek is voor vrouwelijke voorlopig gehechte gedetineerden. Ook is het niet meer mogelijk om klaagster zich te laten melden bij de locatie Ter Peel. Moeder & Kind-cellen zijn heel schaars en de plekken zijn op dit moment gevuld.

 

Hoewel in eerste instantie is ingestemd met het uitstellen van de melddatum tot 1 september 2023, is alsnog beslist om geen uitstel te verlenen. Klaagster heeft al twee maanden uitstel gekregen. Het kindje in nu ruim tien maanden en is al over op vast voedsel, althans is sprake van opbouw in het geven van vast voedsel. Tegen de tijd dat klaagster zich moet melden in de locatie Nieuwersluis, zal het kindje helemaal over zijn op vast voedsel. Klaagster kan met haar arts een afbouwschema met betrekking tot de borstvoeding opstellen en heeft daar nu ruim de tijd voor. De vader (of een andere verzorger) kan naar de afspraken op het consultatiebureau. Daarbij is de aanwezigheid van klaagster niet noodzakelijk.

 

3. De beoordeling

De procedure voor zelfmelders is geregeld in hoofdstuk 2 van de Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen en hoofdstuk 2 van de Beleidsregels tenuitvoerlegging strafrechtelijke en administratiefrechtelijke beslissingen 2021.

 

Klaagster wil graag uitstel van haar melddatum, omdat zij nog borstvoeding geeft en de afbouw hiervan niet goed verloopt. Het kindje weigert de fles.

 

De beroepscommissie is van oordeel dat hoge eisen mogen worden gesteld aan de onderbouwing van de beslissing van verweerder, nu de beslissing niet alleen gevolgen heeft voor klaagster, maar ook voor haar kindje. Aan het belang van het kind dient veel waarde te worden gehecht.

 

De beroepscommissie maakt uit de stukken op dat klaagster zich in eerste instantie moest melden in de locatie Ter Peel. Daar was een speciale Moeder & Kind-cel voor haar gereserveerd, zodat zij daar met haar kindje terecht kon in verband met het geven van borstvoeding. In beroep geeft klaagster aan dat zij nu (alsnog) bereid is om naar de locatie Ter Peel te gaan, samen met haar kindje.

 

Het is de beroepscommissie niet gebleken van enige bezwaren tegen het melden van klaagster, samen met haar kindje, in de locatie Ter Peel in plaats van in de locatie Nieuwersluis. De problemen rondom het afbouwen van de borstvoeding vormen dan geen belemmering meer voor het ondergaan van de detentie, omdat klaagster haar kindje dan in de inrichting borstvoeding kan blijven geven. Zelfs als de borstvoeding te zijner tijd wel al is afgebouwd,  acht de beroepscommissie het wenselijk dat klaagster haar kindje in de inrichting kan onderbrengen.

 

Hoewel verweerder in beroep te kennen heeft gegeven dat de Moeder & Kind-cellen schaars zijn, en de plekken op dit moment gevuld zijn, is het niet duidelijk of dit ook geldt voor het moment dat klaagster zich – in beginsel – dient te melden. Op zichzelf ziet de beroepscommissie geen aanleiding voor uitstel van de melddatum, mits klaagster in een Moeder & Kind-cel kan worden geplaatst. Mocht dit echter niet tot de mogelijkheden behoren op het moment van de huidige melddatum, dan is de beroepscommissie van oordeel dat sprake is van een uitzonderlijke omstandigheid op grond waarvan uitstel dient te worden verleend, gelet op het belang van het kind. Daarbij neemt de beroepscommissie eveneens in aanmerking dat verweerder in deze procedure op enig moment heeft aangegeven akkoord te zijn met uitstel van de melddatum tot 1 september 2023 en dat sprake is van een relatief korte gevangenisstraf.

 

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, moet de bestreden beslissing als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren. Zij zal verweerder opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klaagster een tegemoetkoming toe te kennen.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt verweerder op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klaagster geen tegemoetkoming toe.

 

Deze uitspraak is op 4 juli 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. C. Fetter, voorzitter, mr. M.F.A. van Pelt en mr. F. Sieders, leden, bijgestaan door mr. A. Back, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven