nummer: 08/952/GA
betreft: [klager] datum: 25 juli 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de ISD Amsterdam,
gericht tegen een uitspraak van 11 april 2008 van de beklagcommissie bij voormeld ISD, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Klager, zijn raadsvrouw, mr. P.A.T. Lemmers, en de directeur van de ISD Amsterdam zijn uitgenodigd om te worden gehoord tijdens de zitting van de beroepscommissie van 16 juni 2008, gehouden in de p.i. De Schie te Rotterdam
Klager en zijn raadsvrouw zijn zonder bericht van verhindering niet verschenen ter zitting.
De directeur heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag – voor zover in beroep aan de orde - betreft het niet mogen luchten tijdens de tenuitvoerlegging van de disciplinaire straf.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht. De directeur bestrijdt dat hij ter zitting van de beklagcommissie de klacht van klager onvoldoende heeft betwist. De directeur heeft
gewezen op het gebrek in consistentie in de klacht van klager. De raadsvrouw van klager stelt dat klager tijdens de vijf dagen isoplaatsing en drie dagen op eigen cel, niet heeft mogen luchten, terwijl klager tegenover de maandcommissaris heeft
aangegeven één keer niet te hebben gelucht. Indien klager niet heeft gelucht, had hij daarvoor gecompenseerd moeten worden. Klager kon echter geen extacte datum noemen en evenmin verdere bijzonderheden van zijn klacht.
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Op grond van artikel 49, derde lid, Pbw heeft klager recht op een verblijf in de buitenlucht van tenminste één uur per dag. Klager stelt dat hij tijdens de tenuitvoerlegging van de disciplinaire straffen niet heeft mogen luchten. Klager heeft echter
niet kunnen aangegeven op welke data hij niet heeft kunnen luchten. De klacht zoals door klager geformuleerd is onvoldoende met feiten en omstandigheden onderbouwd. Om die reden had de beklagcommissie het beklag ongegrond moeten verklaren. Het beroep
van de directeur is mitsdien gegrond en de beroepscommissie zal na vernietiging van de uitspraak van de beklagcommissie het beklag alsnog ongegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en dr. M. Kooyman, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 25 juli 2008
secretaris voorzitter