Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1296/GA en 08/1021/GA, 25 juli 2008, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1296/GA en 08/1021/GA

betreft: [klager] datum: 25 juli 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

en van een beroepschrift ingediend door de directeur van de gevangenis/ISD De Grittenborgh te Hoogeveen,

gericht tegen een uitspraak van 23 april 2008 van de beklagcommissie bij voormelde gevangenis,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 juli 2008, gehouden in de locatie De Ooyerhoek te Zutphen, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur van de gevangenis/ISD De Grittenborgh.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft
a. het niet mogen luchten op 20 december 2007,
b. het feit dat klager op 20 december 2007 meer dan vijftien uur ingesloten is geweest (bewaardersarrest),
c. een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel zonder televisie, wegens het verstoren van de orde en veiligheid en
d. het feit dat klager uit de gedetineerdencommissie (gedeco) is gezet.

De beklagcommissie heeft de onderdelen a., b., en c. van het beklag ongegrond verklaard en klachtonderdeel d. gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

Het beroep van klager is gericht tegen de ongegrondverklaringen en het beroep van de directeur is gericht tegen de gegrondverklaring in voormelde uitspraak.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Terzake van onderdeel a.
Om 13.00 uur werd niet op de bel gereageerd. Klager wilde toen luchten maar moest op cel blijven totdat de directeur was langs geweest. De directeur is op 20 december 2007 niet langs geweest en klager heeft niet gelucht.
Terzake van onderdeel b.
Klager is in de middag van 20 december 2007 tot de volgende ochtend ingesloten geweest en dat is meer dan vijftien uur achter elkaar. De volgende dag, 21 december 2007, moest klager naar de rechtbank en die dag verliep normaal volgens het dagprogramma.
Terzake van onderdeel c.
De gedeco was niet op de hoogte gesteld van het tijdstip waarop het dagprogramma zou eindigen. Alleen de reiniger had wat opgevangen. Met Sinterklaas en het jaar daarvoor werd het dagprogramma ook al verkort. Klager wilde rustig blijven en een klacht
indienen. Klager heeft beklagformulieren uitgedeeld, maar niet geschreeuwd of medegedetineerden gemobiliseerd. De onrust die vervolgens ontstond, werd veroorzaakt doordat klager ingesloten werd.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt toegelicht.
Terzake van onderdeel a.
De directeur blijft bij zijn standpunt dat klager gelucht heeft.
Terzake van onderdeel b.
Het bewaardersarrest begon om 12.30 uur. Om 15.30 uur heeft de directeur gebeld om te vragen naar de situatie en die was rustig. Het bewaardersarrest is toen opgeheven. Het bewaardersarrest heeft dus niet langer dan 15 uur geduurd. Het dagprogramma
eindigde echter al om 15.15 uur.
Terzake van onderdelen c. en d.
Aan klager is rapport aangezegd omdat hij medegedetineerden aan het mobiliseren was door op de werkzaal te schreeuwen en beklagformulieren uit te delen. Dit terwijl klager vooraf al op de hoogte was van de personeelsbijeenkomst. Het gaat om de context
waarin het gebeurde. De viering is uitgebreid aan de orde gekomen in het gedeco-overleg. De directeur en klager waren beiden aanwezig bij dat overleg. De directeur herinnert zich dit goed omdat het zijn eerste gedeco-overleg was. De viering en het
eerder eindigen van het dagprogramma zijn ook bekendgemaakt. In het Reglement gedeco is alleen de benoeming van de leden geregeld en niet het ontslag. De directeur heeft geen vertrouwen meer in klager. Daarom is hij ontslagen als gedeco-lid.

3. De beoordeling
Terzake van onderdeel a.
Uit de inlichtingen blijkt dat de directeur op 20 december 2007 niet bij klager is langs geweest. Onvoldoende aannemelijk is geworden dat klager op 20 december 2007 in de gelegenheid is gesteld te luchten. Dit onderdeel van het beroep zal derhalve
gegrond worden verklaard en de beroepscommissie vernietigt in zoverre de beslissing van de beklagcommissie. De beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 10,-.
Terzake van onderdeel b.
Op grond van artikel 24, vierde lid, van de Pbw kan de directeur een gedetineerde voor ten hoogste vijftien uren afzonderen (bewaardersarrest). De beroepscommissie stelt vast dat deze termijn niet is overschreden. Het beroep inzake beklagonderdeel b.
zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Terzake van onderdeel c.

Op 20 december 2007 is het dagprogramma om 15.15 uur beëindigd. Klager was het daar niet mee eens. In het verslag van 20 december 2007 is vermeld dat klager luidkeels heeft kenbaar gemaakt dat hij het niet met de beëindiging van het dagprogramma eens
was en dat hij vervolgens beklagformulieren heeft uitgedeeld aan medegedetineerden. Dergelijk gedrag kan onder de omstandigheden van het geval worden aangemerkt als onverenigbaar met de orde of veiligheid in de inrichting. Het beroep treft derhalve
geen
doel.

Terzake van beklagonderdeel d. is allereerst de vraag aan de orde of de directeur bevoegd is om een lid van de gedetineerdencommissie te ontslaan. De beroepscommissie heeft zich reeds eerder op het standpunt gesteld dat de directeur die bevoegdheid
toekomt en ziet geen aanleiding daarvan thans af te wijken. Zie beroepscommissie 19 december 2005, nummer 05/2292/GA. Dat er in de inrichting een eigen reglement voor de gedetineerdencommissie geldt waarin onder meer regels staan over een vetorecht van
de directeur bij de benoeming van een voorzitter en een secretaris van de gedetineerdencommissie maakt dit niet anders. Het verdient weliswaar aanbeveling dat het reglement met de mogelijkheid van ontslag van leden van de gedetineerdencommissie wordt
aangevuld, maar de enkele omstandigheid dat daar in het reglement thans niet is voorzien kan niet tot de slotsom leiden dat ontslag thans is uitgesloten.
Vervolgens is de vraag aan de orde of er voldoende grond was voor ontslag van klager als lid van de gedetineerdencommissie. Met de bevoegdheid tot ontslag van leden van de gedetineerdencommissie zal de directeur zeer terughoudend dienen om te gaan.
Voor
ontslag zal een ernstige vertrouwensbreuk die een goede samenwerkingsrelatie belemmert grond kunnen zijn. Een eenmalige ordeverstoring als in het onderhavige geval acht de beroepscommissie, mede omdat van een enige andere belemmering van de
samenwerking
niet is gebleken, onvoldoende als grond voor ontslag als lid van de gedetineerdencommissie. Het beroep van de directeur zal gelet op het voorgaande ongegrond worden verklaard en de beslissing van de beklagcommissie zal worden bevestigd met aanvulling
van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot klachtonderdeel a. gegrond en zij vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie. Zij kent klager een tegemoetkoming toe van € 10,-. De beroepscommissie verklaart het beroep van
klager met betrekking onderdelen b. en c. ongegrond. Zij verklaart het beroep van de directeur eveneens ongegrond en zij bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P. Vegter, voorzitter, L. Diepenhorst MPA en mr. H. Heijs, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 25 juli 2008

secretaris voorzitter

Naar boven