Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0925/GA, 24 juli 2008, beroep
Uitspraakdatum:24-07-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/925/GA

betreft: [klager] datum: 24 juli 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.G.J. Staals, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 11 april 2008 van de beklagcommissie bij het HVB/ISD Amsterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van genoemde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie dat de uitspraak waarvan beroep vernietigd zal worden voor zover daarbij is overwogen en beslist omtrent het veronderstelde beklag omtrent vertraging in het traject van de opgelegde
ISD-maatregel, omdat klager daarover als zodanig niet heeft geklaagd, en voor het overige als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de tegemoetkoming naar aanleiding van een gegrond verklaard beklag.

De beklagcommissie heeft klager een tegemoetkoming van € 70,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een disciplinaire straf en terugplaatsing naar paviljoen 2 wegens een positieve uitslag van een urinecontrole, op de
gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Ten onrechte stelt de beklagcommissie dat de klacht handelt over de voortgang van het behandeltraject. Klager klaagt er echter over dat hij wordt afgescheept en met het oog op zijn nadere ontslagdatum niet serieus wordt ontvangen in zijn
compensatieverzoek.
Klager acht de door de beklagcommissie ambtshalve toegekende compensatie volstrekt ontoereikend. Klager heeft ten onrechte zeven dagen cellulair gekregen en is tevens eind maart 2006 teruggeplaatst naar paviljoen 2. Klager is pas in juli 2006 weer naar
zijn oorspronkelijke paviljoen teruggeplaatst. Op paviljoen 2 geldt een beperkter regime en de weekvergoeding is aanzienlijk minder. Klager is van mening dat deze compensatie geen recht doet aan zijn situatie. Dit klemt te meer daar het klaagschrift op
27 januari 2007 is binnengekomen, op 7 mei 2007 is behandeld en er pas op 11 april 2008 een beslissing is gegeven.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep desgevraagd als volgt toegelicht. De directie was en is van mening dat afstand dient te worden genomen dat de afgenomen uc-procedure niet juist is verlopen.
Daartoe is conform de uitspraak van de beklagcommissie contact gezocht met klager. In tegenstelling tot wat klager van mening is, volhardt de directie in haar opvatting dat het geleverde urinemonster niet anders kan worden toegewezen dan aan klager.
Dit
is met name bevestigd door de verantwoordelijke piw-er die aanwezig was bij de afname van het urinemonster. Wat klager beweert dat iemand anders dan het personeel toegang heeft tot de buisjes en stickers. Gelet op het feit dat de directie destijds aan
klager een compensatie heeft voorgesteld, wordt dit alsnog gevolgd. De zeven dagen cellulaire straf compenseren met een bedrag van € 7,50 per dag.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Genoemd ongemak bestond voor
klager uit de oplegging van een disciplinaire straf van afzondering op eigen cel voor de duur van een week en de overplaatsing naar paviljoen 2 van HVB/ISD Amsterdam voor de duur van een maand, terwijl voorts de desbetreffende beschikking te laat was
uitgereikt.

De beroepscommissie kan zich niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal, gelet op de omstandigheden van het geval, een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk €
137,50.

In artikel 67, eerste lid, van de Pbw staat dat de beklagcommissie in ieder geval binnen een termijn van vier weken uitspraak doet, welke termijn in bijzondere omstandigheden met ten hoogste vier weken kan worden verlengd. Namens klager is op 27
januari
2007 een beklag ingediend. Deze klacht is behandeld ter zitting van de beklagcommissie van 7 mei 2007 en de beslissing is klager eerst op 14 april 2008 toegezonden.
De beroepscommissie overweegt dat de wetgever geen rechtsgevolgen aan overschrijding van de in artikel 67 van de Pbw vermelde termijn heeft verbonden, maar acht het vanuit een oogpunt van juiste rechtsbedeling van groot belang dat voortvarend en met
inachtneming van artikel 67, eerste lid, van de Pbw wordt beslist op een beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daarin is overwogen en beslist omtrent de veronderstelde klacht over de vertaging in klagers ISD-traject.
Zij verklaart het beroep ten aanzien van het beklag gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 137,50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 24 juli 20008

Naar boven