nummer: 08/1458/GV
betreft: [klager] datum: 24 juli 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 6 juni 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager meent dat hij het verlof wel drugsvrij doorkomt. Hij heeft dit al bewezen toen hij op 11 februari 2008 de inrichting tijdelijk mocht verlaten. Klager is zelfstandig teruggekeerd en heeft zich aan de afspraken gehouden. Daarbij heeft klager in de
huidige detentie zevenmaal een urinecontrole gehad en deze waren alle negatief. Klager heeft de afgelopen drie jaar geen drugs gebruikt, behalve in de aanloop van het huidige delict in de periode medio juni 2007 tot begin juli 2007. Toen had klager een
terugval omdat hij op straat kwam te staan. Klager lijdt aan ADHD en hij gebruikte amfetamine in plaats van Ritalin. Het verlof is van groot belang om voorbereidingen te kunnen treffen voor na de detentie, zoals het inschrijven bij de
woningbouwvereniging en het bezoek aan de psychiater. De casemanager en klagers moeder kunnen dit bevestigen.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager wordt omschreven als een persoon die zich moeilijk kan handhaven in een grote groep en hij was bang om de druk van het drugsaanbod op een reguliere afdeling niet aan te kunnen, waardoor hij op de bijzondere zorg afdeling (b.z.a.) is geplaatst.
Echter, al gauw bleek dat klager de verleiding op de b.z.a. ook niet kon weerstaan. Klager had bij de afname van een urinecontrole aangegeven dat hij enkele trekjes had genomen van een joint. Nadat klager zijn spijt had betoond, vertoonde de
daaropvolgende urinecontroles geen sporen van drugs. Over het algemeen wordt klager als zeurderig ervaren. Hij roep irritaties op bij het personeel en vertoont echt junkgedrag, zo blijkt uit de rapportage. Klager is bekend met jarenlange
drugsverslaving. Hij krijgt een methadononderhoudsdosis verstrekt van de medische dienst. Klager heeft éénmaal de inrichting verlaten vanwege een intakegesprek in een behandelingskliniek. Het is niet bekend dat klager zonder begeleider is teruggereisd.
Dit blijkt niet uit de rapportage. Het gedrag van klager geeft onvoldoende zekerheid tot het houden aan de afspraken met betrekking tot het aangevraagde verlof.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de verslavingsbegeleidingsafdeling De Boschpoort te Breda heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Het drugsprobleem van klager leidt tot wantrouwen in een drugsvrij verloop van een eventueel verlof.
Het OM heeft aangegeven tegen verlofverlening te zijn. Klager is veelpleger en heeft nog een lange straf te gaan.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 15 maanden met aftrek, wegens – kortweg – diefstal onder verzwarende omstandigheden. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 9 april 2009.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.
Uit de rapportage blijkt dat klager bekend is met een drugsverslaving, waarvoor hij momenteel wordt behandeld. Voorts volgt uit de stukken dat uit de afgenomen urinecontroles na december 2007 is aangetoond dat klager geen drugs – anders dan de
medicatie
die wordt voorgeschreven – (meer) gebruikt. Klager kan bij zijn ouders terecht voor verlof en tevens is het incidentele verlof van 11 februari 2008 goed verlopen. Gelet op het vorenstaande dient thans aan het belang van klager doorslaggevende betekenis
te worden toegekend. De argumenten, genoemd in de negatieve adviezen van het OM en de inrichting, zijn onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en aan de Staatssecretaris zal worden
opgedragen een nieuwe beslissing te nemen. Nu de gevolgen van de bestreden beslissing nog ongedaan te maken zijn, acht de beroepscommissie geen termen aanwezig om klager een tegemoetkoming toe te kennen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van veertien dagen na
ontvangst van deze uitspraak. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. J.M.M. van Woensel en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 24 juli 2008.
secretaris voorzitter