Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1193/GB, 21 juli 2008, beroep
Uitspraakdatum:21-07-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1193/GB

Betreft: [klager] datum: 21 juli 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Lanen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 april 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) op een normaal beveiligde afdeling waar hij is uitgesloten van regimesgebonden verlof conform artikel
20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling), ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 20 september 2007 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring/ISD Utrecht te Nieuwegein. Op 22 april 2008 is hij geplaatst in de gevangenis Tilburg, waar een regime van algehele gemeenschap geldt en een normale mate van
beveiliging als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft bezwaar tegen plaatsing in de gevangenis Tilburg, omdat die plaatsing toekenning van verlof uitsluit. Juist de afgelopen maanden is duidelijk geworden dat van de kant van de vroegere minderjarige, die het slachtoffer was van het delict
waarvoor klager thans is gedetineerd, en haar moeder de wens is geuit om het contact met klager te herstellen. Waarschijnlijk is het gewenst om de reclassering te laten rapporteren omtrent de gewijzigde situatie voor wat betreft de verhouding tussen
klager en het vroegere slachtoffer en haar moeder.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager wil verlof doorbrengen op het woonadres van zijn vriendin en stiefkind (tevens slachtoffer). Zijn vriendin heeft aangegeven dat klager welkom is. Het Openbaar Ministerie acht het zeer ongewenst klager vrijheden toe te kennen, aangezien hij
veroordeeld is voor ernstig misbruik van zijn stiefkind en zijn verlof op hetzelfde adres, als waar zijn slachtoffer woont, door wil brengen. De politie en de inrichting adviseren om bovenstaande reden ook negatief. De raadsman heeft aangegeven dat er
een gewijzigde situatie is ontstaan in de verhouding tussen het slachtoffer en klager. In het voorlichtingsrapport geeft de reclassering aan dat het recidiverisico als gemiddeld wordt ingeschat en zij achten een behandeling van klager bij De Waag
nodig.
Zij geven aan dat klager moeite heeft met het herkennen van grenzen in het contact met zijn stiefdochter en dat hij de verantwoordelijkheid hiervoor bij zijn stiefdochter legt. Gezien de leeftijd van het slachtoffer en haar positie als kind, is de
relatie met haar (stief)ouders niet gelijkwaardig. Daarom wordt bescherming van het slachtoffer op zijn plaats geacht. Ook als de relatie stiefvader/stiefdochter herstellende is, zoals door de raadsman is aangegeven, wordt gelet op de ernst van de
gepleegde delicten en de gewoonlijk aanwezige machtsverhouding tussen ouder en kind gevaar voor het slachtoffer aanwezig geacht.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Tilburg is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normale mate van beveiliging als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Het beroep is gericht tegen de - impliciete - beslissing om klager niet te selecteren voor plaatsing in een b.b.i. met regimesgebonden verlof.
Zowel het Openbaar Ministerie, de politie als de inrichting heeft negatief geadviseerd ten aanzien van een dergelijke plaatsing omdat het slachtoffer woont op klagers verlofadres, terwijl de rapportage van de reclassering niet inhoudt dat er geen
sprake
is van recidiverisico. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, kan bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en omstandigheden, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 21 juli 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven