Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0271/GA, 18 juli 2008, beroep
Uitspraakdatum:18-07-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/271/GA

betreft: [klager] datum: 18 juli 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. Th.T.M. van Hemert, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 januari 2008 van de beklagcommissie bij de gevangenis Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 mei 2008, gehouden in de locatie Ooyerhoek te Zutphen, zijn klagers raadsman, mr. Th.T.M. van Hemert, en [...], unit-directeur bij voormelde gevangenis, gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was
zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering van de directeur om de schade, ontstaan aan een aan klager toebehorende televisie bij gelegenheid van het vervoer vanuit de inrichting van herkomst naar de gevangenis Veenhuizen, te vergoeden.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is indertijd opgeroepen bij de badafdeling van Veenhuizen. Het was de bedoeling dat hij zijn in de inrichting aangekomen goederen zou ophalen. Een deel van de goederen mocht hij meenemen naar zijn cel. Een en ander ging er volgens klager vrij
haastig aan toe. Om die reden heeft hij de televisie op de badafdeling niet goed kunnen bekijken. Toen hij in zijn cel kwam, had hij de tijd om de goederen goed te bekijken. Daar bleek dat de televisie ernstig beschadigd was, de behuizing was
gescheurd.
Bij het vervoer naar de cel was begeleiding van het personeel aanwezig. Klager vindt het vreemd dat daar niets over is terug te vinden in de verslagen. Klager blijft erbij dat er bij het uitreiken van de goederen geen gelegenheid is geweest voor enige
controle. Klager wil zijn schade vergoed zien.
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur heeft de schade aan klagers televisietoestel niet zelf waargenomen. De inrichting volgt bij de binnenkomst van ‘nieuwe’gedetineerden de navolgende procedure indien er goederen worden aangeleverd. De goederen worden aangeleverd op de
badafdeling. Vervolgens wordt de betreffende gedetineerde opgeroepen en gezamenlijk worden de goederen gecontroleerd. Zowel de (dienstdoende) badmeester als de betreffende gedetineerde tekenen vervolgens voor de overdracht van de goederen aan de
gedetineerde. Daarna kan de gedetineerde de toegestane goederen meenemen naar zijn verblijfsruimte. Kennelijk was er op het moment van controle in de badafdeling nog geen beschadiging aan dat televisietoestel. De directeur is van mening dat de
eventuele
schade niet voor zijn verantwoordelijkheid is.

3. De beoordeling
De beroepscommissie heeft de directeur in de gelegenheid gesteld een zogenaamd goederenformulier, waaruit kan blijken dat de in de gevangenis ingekomen goederen van klager in aanwezigheid van een personeelslid zijn uitgepakt en overhandigd aan de
beroepscommissie te doen toekomen. De directeur heeft een ‘goederenregistratie’-formulier aan de beroepscommissie gezonden, voorzien van een nadere toelichting. Dat formulier en de toelichting zijn ter kennisneming aan klager en zijn raadsman
gezonden.

Blijkens de inlichtingen van de directeur hanteert de gevangenis Veenhuizen bij binnenkomst van goederen van gedetineerden bij de badafdeling de navolgende procedure.
Bij binnenkomst in de inrichting worden de betreffende goederen op het goederenregistratieformulier geregistreerd en wordt voor de afgifte ervan getekend. Daarbij hebben beide ondertekenaars de gelegenheid om die goederen te inspecteren. Vervolgens
krijgt de gedetineerde die goederen – voor zover toegestaan – mee naar zijn verblijfsruimte. Indien er mutaties optreden wordt een nieuw formulier – met inachtneming van de/het eerdere formulier(en) opgemaakt en ondertekend. Uit het betreffende
formulier, gedateerd 5 juni 2006, welk formulier voor afgifte is ondertekend door een medewerker van de inrichting en door klager, komt naar voren dat aan klager – onder meer – een televisietoestel is uitgereikt.

Als uitgangspunt geldt dat gedetineerden zelf het risico dragen voor beschadiging van aan hen toebehorende voorwerpen. Bijzondere omstandigheden kunnen meebrengen dat het risico alsnog voor rekening van de directeur komt. Van dergelijke omstandigheden
is niet gebleken. Daarbij is in aanmerking genomen dat klager voor ontvangst van de televisie heeft getekend, de televisie zelf naar zijn cel heeft vervoerd, in de gelegenheid is geweest op de badafdeling de televisie op beschadiging te controleren en
overigens enige nalatigheid van de zijde van de directeur niet aannemelijk is geworden. Hetgeen in beroep naar voren is gebracht kan daarom niet leiden tot een andere beslissing dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal daarom ongegrond worden
verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 18 juli 2008

secretaris voorzitter

Naar boven