Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/30327/SGA, 15 november 2022, schorsing
Uitspraakdatum:15-11-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

DBT  v

 

 

Nummer          22/30327/SGA

           

Betreft [verzoeker]

Datum 15 november 2022

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

De directeur van de Penitentiaire Inrichting Krimpen aan den IJssel (hierna: de directeur) heeft beslist om verzoeker te degraderen naar het basisprogramma.

Verzoekers raadsvrouw, mr. J.A.J. Brahm, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (beklagkenmerk IJ-2022-001663).

 

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Uit de schriftelijke reactie van de directeur, waaronder een schriftelijk verslag van 4 november 2022, komt naar voren dat verzoeker zich heeft laten filmen tijdens het vieren van zijn verjaardag in de recreatiezaal. De beelden hiervan zijn gedeeld op verzoekers social media-account (Instagram) met de tekst “happy birthday to us”. Op het betreffende account is meer materiaal van verzoeker te zien en de directeur acht het dan ook aannemelijk dat dit het account van verzoeker is. Het maken en plaatsen van het filmpje is niet mogelijk zonder het gebruik van contrabande en daarom heeft de directeur dit aangemerkt als ontoelaatbaar gedrag. De directeur verwijst in dat verband naar RSJ 31 maart 2022, 21/20356/GA, waarin de beroepscommissie heeft overwogen dat het versturen van een filmpje via een social media-account niet mogelijk is zonder (tijdelijk) telefoonbezit en dat het bezit van een telefoon heeft de gelden als ‘ontoelaatbaar’ gedrag waarvoor een gedetineerde kan worden gedegradeerd. Uit de bestreden beslissing komt verder naar voren dat verzoeker is gedegradeerd vanwege in zijn cel aangetroffen goederen die uit de inrichting zijn ontvreemd.

 

De voorzitter overweegt als volgt.

In de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) is in bijlage 1 een aantal gedragingen opgesomd – waaronder het bezit van contrabande – dat is aangemerkt als ‘ontoelaatbaar’ gedrag en leidt tot directe degradatie. Gelet op het bovenstaande heeft de directeur – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter en anders dan namens verzoeker is aangevoerd – verzoekers gedrag in redelijkheid kunnen aanmerken als ‘ontoelaatbaar’ in de zin van artikel 1d, vijfde lid, van de Regeling in verbinding met bijlage 1 van de Regeling. De beslissing van de directeur om verzoeker te degraderen naar het basisprogramma kan dan ook op voorhand niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De voorzitter zal het verzoek daarom afwijzen.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

 

 

Deze uitspraak is op 15 november 2022 gedaan door mr. A.M.G. Smit, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven