Nummer 22/28831/GM
Betreft [Klager]
Datum 2 mei 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
[Klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klagers raadsvrouw, mr. C.G.J.E. Lut, heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Ter Apel (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat er onvoldoende aandacht is voor zijn schouderklachten.
De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de inrichtingsarts in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft bij de medische dienst duidelijk aangegeven dat de behandeling van de symptomen door middel van pijnbestrijding niet werkt. Ook werkt fysiotherapie niet. Klager heeft verzocht om een verwijzing naar de medisch specialist. De medische dienst zou hiervoor zorgen, maar heeft dit nagelaten.
Kennelijk is er pas ná de bemiddeling en het indienen van het beroepschrift een afspraak met de orthopeed gemaakt. De vraag is waarom een doorverwijzing zo lang heeft moeten duren. Het verzoek is om het beroep gegrond te verklaren.
Standpunt van de inrichtingsarts
Klager is op 12 april 2022 voor het eerst gezien door de inrichtingsarts. De dag ervoor is hij tijdens het voetballen gevallen. Klager is meteen doorverwezen naar Ziekenhuislocatie Refaja voor een röntgenfoto. De inrichtingsarts heeft pijnstilling voorgeschreven, paracetamol en ibuprofen. Op 19 april 2022 is deze medicatie herhaald. Uit het rapport van de Orthopedie van 12 april 2022 blijkt dat klagers sleutelbeen uit de kom is. Klager moest een week later voor controle op de poli komen. Klager is ervan op de hoogte gebracht dat de klachten lang konden duren. Klager gaf tijdens een consult op 10 mei 2022 aan dat hij fysiotherapie wilde. De inrichtingsarts heeft aan klager uitgelegd dat fysiotherapie niet veel kan bijdragen, maar hij werd toch doorverwezen voor een eenmalig consult bij de fysiotherapeut. Van de fysiotherapeut heeft hij adviezen gekregen.
Op 4 juli 2022 is klager opnieuw gezien door de inrichtingsarts vanwege aanhoudende klachten. Fysiotherapie hielp onvoldoende. Klager maakte zich zorgen om de stand van zijn sleutelbeen. Aan klager is Voltaren Emulgel voorgeschreven en hij is terugverwezen naar de Orthopedie voor een herbeoordeling, waarvoor hij op een wachtlijst kwam. In de tussentijd werd aan hem voorgeschreven zo nodig Voltaren Emulgel te gebruiken.
Uit het rapport van de afdeling Orthopedie van 24 augustus 2022 volgt dat de toestand van klagers sleutelbeen stabiel is en dat een operatie niet is aangewezen. Het kan een jaar duren voordat de klachten helemaal weg zijn. De fysiotherapeut kan klager helpen met het verlichten van zijn klachten. Klager is op 13 september 2022 voor de derde keer door de fysiotherapeut gezien. Klager heeft toen aangegeven weinig pijn te hebben en dat de oefeningen steeds beter gaan. Op 14 september 2022 is klager vertrokken uit de PI Ter Apel.
3. De beoordeling
Uit het (medisch) dossier volgt dat klager is doorverwezen naar Ziekenhuislocatie Refaja voor een röntgenfoto toen hij zich meldde met schouderklachten. Uit het verslag van de orthopeed volgt dat klagers sleutelbeen uit de kom was. Het algemene beleid bij dit soort klachten is het voorschrijven van pijnmedicatie en indien gewenst een verwijzing naar de fysiotherapeut. De klachten die bij deze diagnose horen zullen vanzelf verminderen en uiteindelijk verdwijnen. Verder is bij dit soort klachten een operatie in beginsel niet aangewezen, wat de orthopeed ook heeft bevestigd.
Het gevoerde beleid zoals de inrichtingsarts dit in reactie op het beroepschrift heeft uiteengezet en wordt ondersteund door het medisch dossier, komt de beroepscommissie niet onjuist voor. Aan klager is direct – ook nog vóór het stellen van de diagnose – pijnstilling voorgeschreven en dit recept is meermalen herhaald. Daarnaast is klager tijdig doorverwezen naar de fysiotherapeut. Het opnieuw verwijzen van klager naar een (andere) medisch specialist was, gelet op klagers klachten, niet aangewezen.
Het handelen van de inrichtingsarts kan dan ook niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is op 2 mei 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. P.J.M. van Puffelen en drs. K.M.P.A.M. Habryka, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.
secretaris voorzitter