Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1454/GB, 7 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:07-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1454/GB

Betreft: [klager] datum: 7 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 juni 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Lelystad ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 28 augustus 2007 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) Zutphen. Op 25 oktober 2007 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Arnhem-Zuid, vanwaaruit hij op 19 mei 2008 is geplaatst in de gevangenis Lelystad, waar een
regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil graag dichter bij de woonplaats van zijn familie worden geplaatst. Hij is immers door de rechter veroordeeld en niet zijn familie. Zij kunnen hem door de grote afstand niet bezoeken. Zijn familieleden worden hierdoor indirect gestraft voor
klagers zwakte. Klagers vriendin werkt hele dagen en kan hem enkel in het weekeinde bezoeken. Dat geldt ook voor zijn zusje van vijf jaar. Zij zit op naschoolse opvang.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager verbleef in het h.v.b. Arnhem-Zuid. Omdat hij inmiddels in eerste aanleg is veroordeeld, is hij voor herselectie aangeboden. Klagers fictieve v.i.-datum is momenteel 29 december 2010. Klager is niet geplaatst in een gevangenis van zijn voorkeur
(Alphen aan den Rijn of Nieuwegein). Hij is in Lelystad geplaatst omdat de wachtlijsten voor zijn voorkeursinrichtingen erg lang waren terwijl er in Lelystad op korte termijn celcapaciteit was. Voor zover klager heeft aangevoerd dat zijn vriendin en
zijn zusje hem enkel in het weekeinde zouden kunnen komen bezoeken, zou dat ook gelden als hij in een van de voorkeursinrichtingen zou zijn geplaatst. Ook daar kan hij in het weekeinde geen bezoek ontvangen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Lelystad is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De selectiefunctionaris heeft klager geplaatst in een gevangenis die niet overeenkomt met klagers voorkeur. De selectiefunctionaris heeft bij de selectie van gedetineerden rekening te houden met de persoonlijke belangen van de desbetreffende
gedetineerden en deze af te wegen tegen de algemene belangen van een goed verloop van de detentie. In dat kader dient de selectiefunctionaris (onder meer) rekening te houden met het belang van een goede benutting van de beschikbare celcapaciteit en met
het belang van een tijdige plaatsing van de gedetineerde in een voor hem geschikte inrichting. Door klager, die inmiddels in aanmerking komt voor plaatsing in een gevangenis, te selecteren voor plaatsing in de gevangenis Lelystad, waar – gelet op de
voor de diverse inrichtingen geldende wachtlijsten – klager op korte termijn ook feitelijk kon worden geplaatst, heeft de selectiefunctionaris – mede nu klager zijn bezwaar tegen die selectie niet nader feitelijk heeft onderbouwd – geen blijk gegeven
van een onjuiste belangenafweging. Dat maakt dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk moet worden aangemerkt.
Hetgeen door klager naar voren is gebracht met betrekking tot de voor hem slechtere bezoekmogelijkheden in de gevangenis Lelystad, maakt dit oordeel niet anders. Inherent aan de aard van de detentie is dat dit enige problemen met zich kan brengen voor
de bezoekers van de gedetineerde.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 7 augustus 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven