Nummer: 08/1456/GB
Betreft: [klager] datum: 7 augustus 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 10 juni 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring/ISD (h.v.b./ISD) Rotterdam te Rotterdam afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 22 januari 2008 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Hij is van mening dat hij voldoende heeft aangetoond dat zijn moeder op medische gronden niet kan reizen. Om die reden is het voor klager (en zijn moeder) beter hem over te plaatsen naar het h.v.b. in Rotterdam. Klager vindt dat zijn verzoek door de
selectiefunctionaris niet serieus genomen wordt.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager stelt als grond voor het overplaatsingverzoek de (medische) onmogelijkheid voor zijn moeder om hem te bezoeken. Uit de door klager aangeleverde medische informatie komt naar voren dat zijn moeder sinds 2006 kampt met gezondheidsklachten. Niet
valt uit die informatie op te maken dat zijn moeder hem niet in Dordrecht zou kunnen komen bezoeken. Uit de medische informatie komt immers naar voren dat klagers moeder in 2007 op vakantie in het buitenland is geweest en uit de bezoekerslijst van het
h.v.b. in Dordrecht blijkt dat zijn moeder hem diverse malen heeft bezocht.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Klager verblijft in het h.v.b. in Dordrecht en wil overgeplaatst worden naar een h.v.b. in Rotterdam. De reden voor dat overplaatsingsverzoek is gelegen in de door hem gestelde onmogelijkheid voor zijn moeder om hem te bezoeken in het h.v.b.
van
de locatie Dordtse Poorten. Zij zou hem in het h.v.b./ISD Rotterdam wel kunnen bezoeken. Nu enerzijds uit de door klager aangeleverde medische informatie niet voldoende aannemelijk kan worden dat klagers moeder in verband met haar medische klachten
niet
een (korte) reis zou kunnen ondernemen en anderzijds is gebleken dat zijn moeder klager tweemaal heeft bezocht in Dordrecht, acht de beroepscommissie aannemelijk dat klagers moeder hem in Dordrecht, daarbij mede gelet op de korte reisafstand tussen
Rotterdam en Dordrecht, kan komen bezoeken. Dat dit voor klagers moeder en/of andere familieleden enig ongemak met zich brengt is inherent aan de aard van de detentie. Hetgeen hiervoor is overwogen, maakt dat de op de onder 3.2 genoemde gronden
gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 7 augustus 2008.
secretaris voorzitter