Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0276/GA, 16 juni 2008, beroep
Uitspraakdatum:16-06-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/276/GA

betreft: [klager] datum: 16 juni 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.H.T. de Haas, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 24 januari 2008 van de beklagcommissie bij de locatie Ooyerhoek te Zutphen, betreffende de aanpassing van de bezoekopstelling in de bezoekzaal van de locatie,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 1 april 2008, gehouden in de locatie Ooyerhoek voornoemd, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.H.T. de Haas, en [...], unit-directeur bij voormelde locatie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Aan de orde is allereerst, zoals terecht door de beklagcommissie is overwogen, de vraag of klager kan worden ontvangen in zijn beklag. De beklagcommissie heeft, met verwijzing naar een aantal uitspraken van de beroepscommissie, klager ontvankelijk
geacht in zijn beklag, nu het beklag is gericht tegen een – door klager gestelde – strijdigheid van de door de directeur genomen maatregel met hogere wet- of regelgeving. Indien die strijd met hogere regels zou worden aangenomen, zou de bestreden
beslissing van de beklagcommissie op goede gronden genomen zijn.
Zoals de beklagcommissie op goede gronden heeft aangenomen, is hier geen sprake van een beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw, nu hier sprake is van een feitelijke toestand. De vraag of hier sprake is van een maatregel van de
directeur die in het kader van het beklagrecht kan worden getoetst, wordt derhalve door de beroepscommissie, anders dan door de beklagcommissie, ontkennend beantwoord. Hetgeen hiervoor is overwogen, maakt dat de beslissing van de beklagcommissie niet
in
stand kan blijven en dat klager alsnog niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn beklag.

2. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 16 juni 2008

secretaris voorzitter

Naar boven