Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0561/TA, 14 juli 2008, beroep
Uitspraakdatum:14-07-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/561/TA

betreft: [klager] datum: 14 juli 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van FPK Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 26 februari 2008 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klaagster,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 mei 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klaagster, bijgestaan door haar raadsman mr. L.J. Woltring, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], hoofd behandeling.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft – voor zover in beroep aan de orde – schending van de zorgplicht doordat klaagster niet in de gelegenheid wordt gesteld een spoedeisende operatie te ondergaan in een ziekenhuis in Enschede.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Het hoofd van de inrichting heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Een operatie is vanwege de verlofstatus van klaagster alleen mogelijk in het Pen-ziekenhuis. Klaagster is altijd in de gelegenheid
geweest om contact met een arts van haar keuze te onderhouden. Volgens jurisprudentie van de beroepscommissie wordt het begrip ‘vrije artsenkeuze’ beperkt tot het raadplegen van een (huis)arts of specialist, en omvat zij niet tevens het recht op het
ondergaan van een bepaald type behandeling.
Binnen de mogelijkheden van de inrichting ontvangt klaagster de juiste medische zorg. Als een patiënt in aanmerking komt voor verlof, kan een beroep worden gedaan op alle ziekenhuizen. Indien geen verlof is verleend, kan alleen een beroep worden gedaan
op het Pen-ziekenhuis. De inrichting beschikt namelijk niet over faciliteiten voor het regelen van beveiliging. Klaagster komt niet in aanmerking voor verlof. Het verzoek om een machtiging voor verlof voor klaagster is door het ministerie afgewezen.
Voor het ondergaan van een operatie wordt door het Pen-ziekenhuis een beroep gedaan op het Bronovo-ziekenhuis. Daar wordt op een andere wijze aangekeken tegen de behandeling dan de door klaagster geraagdpleegde dr. Hageman. De inrichting kan niet
anders
dan meegaan in datgene wat artsen aangeven. Het hoofd van de inrichting kan niet aangeven of er een overleg heeft plaatsgevonden tussen de inrichtingsarts en de geconsulteerde specialisten. De psychiater heeft opgemerkt dat de klachten van klaagster
behalve een fysieke ook een psychische component heeft. Het gedrag van klaagster helpt haar niet. Zij zal zich op de afdeling meer in acht moeten nemen. Zij leeft zich uit in overmatig poetsen.

Door en namens klaagster is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klaagster is destijds door het Bronovoziekenhuis geopereerd. Deze operatie is mislukt. In het Pen-ziekenhuis is vervolgens niets gedaan.
Het
was ‘pappen en nathouden’ met als gevolg dat klaagster hieraan een klapvoet heeft overgehouden. Klaagster heeft geen enkel vertrouwen in een volgende operatie in het Bronovo-ziekenhuis. Het ziekenhuis in Enschede kan klaagster een behandeling geven
zoals door dr Hageman is voorgesteld. Dit is een kundig ziekenhuis. Klaagster kan er niet bij dat zij niet onbegeleid naar het ziekenhuis in Enschede kan. Gelet op haar fysieke toestand – klaagster loopt slecht – is een kans op ontvluchting niet reëel.
De behandeling duurt enkel vier dagen. Om financiële redenen moet klaagster nu wachten. De inrichtingsarts wil klaagster verwijzen naar het ziekenhuis in Enschede, terwijl het hoofd van de inrichting klaagster alleen wil aanbieden in het Pen-ziekenhuis
in Den Haag. Klaagster is de dupe hiervan en zit in deze vicieuze cirkel gevangen. In het standpunt van de inrichting ontbreekt een medische onderbouwing. Klaagster doet de beroepscommissie de suggestie na te gaan wat er destijds is misgegaan.
Klaagster
doet het schoonhouden van haar kamer zelf omdat zij hierbij geen hulp ontvangt.

3. De beoordeling
Artikel 41, tweede lid, van de Bvt bepaalt – voor zover hier van belang – dat de verpleegde het recht heeft op raadpleging voor eigen rekening van een arts van haar keuze. Klaagster meent dat het hoofd van de inrichting deze zorgplicht heeft
geschonden,
doordat zij niet in de gelegenheid wordt gesteld in een ziekenhuis in Enschede te worden geopereerd.
De beroepscommissie stelt voorop dat de in dit artikel neergelegde ‘vrije artsenkeuze’ ziet op raadpleging van een arts of specialist en niet tevens op het voorschrijven van een medische behandeling. Klaagster en het hoofd van de inrichting zijn het
eens zijn over de noodzaak van een operatie van klaagster. De omstandigheid dat klaagster niet in aanmerking komt voor onbegeleid verlof en de inrichting geen (financiële) middelen heeft voor een begeleid verblijf in het ziekenhuis in Enschede, vormt
voor het hoofd van de inrichting aanleiding klaagster aan te bieden voor het Penitentiair ziekenhuis te Den Haag. De beroepscommissie betreurt in dit specifieke geval dat klaagster vanwege deze reden niet geholpen kan worden in het ziekenhuis van haar
keuze, doch ziet hierin onvoldoende grond voor de conclusie dat het hoofd van de inrichting hiermee vorenbedoelde zorgplicht heeft geschonden.
Het beroep van het hoofd van de inrichting is derhalve gegrond en de uitspraak van de beklagcommissie dient te worden vernietigd. Het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 14 juli 2008

secretaris voorzitter

Naar boven