Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/26805/GA, 14 maart 2023, beroep
Uitspraakdatum:14-03-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/26805/GA

                           

Betreft [Klager]

Datum 14 maart 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

 

[Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen:

a.         de maatregelen die hem op 12 januari 2022 zijn opgelegd vanwege zijn status als gedetineerde met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM-maatregelen) (Ta-2022-42);

b.         de weigering van het verzenden van een poststuk (Ta-2022-46).

 

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Ter Apel heeft op 28 maart 2022 de klachten ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

 

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

 

De beroepscommissie heeft klagers (waarnemend) raadsvrouw, mr. A.C.M. Tönis, en de juridisch medewerkers bij de PI Ter Apel, [juridisch medewerkers], gehoord op de zitting van 15 november 2022 in de PI Lelystad.

De beroepscommissie heeft vervoer voor klager geregeld, zodat hij op de zitting kon worden gehoord. Klager heeft hiervan echter afstand gedaan.

De heer [stagiair], stagiair bij de afdeling juridische zaken bij de PI Ter Apel, was als toehoorder aanwezig.

 

2. De beoordeling

Beklag a.

Klager is geplaatst op de GVM-lijst in de categorie “verhoogd”. Ten aanzien van de aan klager opgelegde toezichtmaatregel “Uitgebreide celinspectie één keer per week”, stelt de beroepscommissie vast dat dit afwijkt van de in de Leidraad samenhangende set GVM-maatregelen, die als bijlage hoort bij de Circulaire Gedetineerden met een vlucht- en/of maatschappelijk risico d.d. 8 juli 2021 met kenmerk 3399954 (hierna: de Circulaire), opgenomen frequentie van één keer per twee weken. Uit de Circulaire volgt dat de frequentie van de uitgebreide celinspectie hoger kan zijn indien de directeur de afweging maakt dat dit noodzakelijk is. Elke opgelegde maatregel dient te worden onderbouwd.

 

De beroepscommissie stelt vast dat in de beschikking tot oplegging van de toezichtmaatregelen niet is gemotiveerd waarom de directeur is afgeweken van de in de Circulaire genoemde frequentie. Ter zitting van de beroepscommissie is namens de directeur naar voren gebracht dat deze toezichtmaatregel aan klager is opgelegd, vanwege de grote hoeveelheid boodschappen die klager op zijn cel bewaarde terwijl dit hem niet was toegestaan en hij hier meermaals op is aangesproken. Klagers cel was hierdoor niet opgeruimd en onveilig.

 

Nu uit de stukken en het verhandelde ter zitting niet is gebleken dat de toezichtmaatregel “Uitgebreide celinspectie één keer per week” aan klager is opgelegd in relatie tot de indicatie “(vermoedens van) voortgezet crimineel handelen vanuit detentie” en evenmin dat van een afweging sprake is waaruit volgt dat afwijking van de in de Circulaire opgenomen frequentie noodzakelijk is, zal de beroepscommissie het beroep ten aanzien van de toezichtmaatregel “uitgebreide celinspectie één keer per week”, gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter in zoverre vernietigen en beklag a. in zoverre alsnog gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

 

Voor zover de beklagrechter heeft overwogen dat klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet is gehoord, leest de beroepscommissie daarvoor in de plaats dat dit niet aannemelijk is geworden.

 

Voor het overige zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter ten aanzien van beklag a. bevestigen.

 

Beklag b.

Hetgeen in beroep is aangevoerd inzake beklag b. kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter, met dien verstande dat de beroepscommissie de beslissing verbeterd leest als “De inhoud van de door de directeur overgelegde informatie brengt mee dat aan het belang van de bescherming van slachtoffers en anderszins betrokkenen bij het gepleegde misdrijf en de bescherming van de openbare orde een zwaarder gewicht moet worden toegekend dan klagers belang op een ongestoord contact met de buitenwereld via de post”. Het beroep inzake beklag b. zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake beklag a. voor zover dit ziet op de toezichtmaatregel “uitgebreide celinspectie één keer per week” gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en verklaart dit beklag in zoverre alsnog gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.

 

Deze uitspraak is op 14 maart 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter, mr. C.N. Dijkstra en mr. D.J.W. Vinkes, leden, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven