Nummer: 08/1040/GB
Betreft: [klager] datum: 14 juli 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 23 april 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Zuyderbos te Heerhugowaard afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 26 februari 2008 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. Zwaag.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Voor klagers zuster en tweelingbroer is de afstand c.q. reistijd niet te doen. Klagers zuster woont in Brabant en zij werkt in het leger. Zij kan klager niet bezoeken omdat ze dat qua tijd niet redt. Zijn tweelingbroer woont op Texel en in verband met
zijn werk in de horeca is het voor hem ook onmogelijk om klager te bezoeken. Hij kan omdat hij met een klein clubje werkt en het hoogseizoen eraan komt niet zomaar een dagje vrij nemen.
De directeur van het h.v.b. Zwaag heeft geadviseerd om klager over te plaatsen naar h.v.b. Zuyderbos omdat klager de steun van zijn broer, die in Zuyderbos verblijft, alsmede die van familie, die in Heerhugowaard woont, nodig heeft. Zeker nu het er
naar
uitziet dat het een lange detentie gaat worden.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klagers verzoek tot overplaatsing naar Heerhugowaard is afgewezen omdat hij gedetineerd is voor het arrondissementsparket Alkmaar en zodoende in een h.v.b. verblijft dat in de omgeving van het parket van insluiting staat. In een enkel geval wordt van
dit standpunt afgeweken bij een onderbouwing door een (medisch) deskundige. Van klager is geen onderbouwing ontvangen. Als klager in Heerhugowaard gedetineerd zou zijn, zouden de bezoekproblemen voor klagers tweelingbroer vanuit Texel en voor zijn
zuster vanuit Brabant voortduren. Uit de bezoekerslijst blijkt dat klager niet verstoken is van bezoek.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. De wetgever hanteert het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Slechts in geval van aanwezigheid van bijzondere
omstandigheden betreffende de persoon van de gedetineerde kan van dit uitgangspunt worden afgeweken. In het onderhavige geval is niet gebleken van bijzondere omstandigheden die tot afwijking van bovenstaand uitgangspunt zouden dienen te leiden. De
beroepscommissie is dan ook van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen, mede gelet op de afstand tussen Heerhugowaard en Zwaag en het feit dat voor zijn bezoekers uit respectievelijk Brabant en
Texel het nauwelijks verschil zal uitmaken of klager in Heerhugowaard of Zwaag gedetineerd is.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 juli 2008.
secretaris voorzitter