Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1164/GB en 08/1265/GB, 14 juli 2008, beroep
Uitspraakdatum:14-07-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1164/GB en 08/1265/GB

Betreft: [klager] datum: 14 juli 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een tweetal bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, beide ingediend door mr. M. de Reus, advocaat te
Rotterdam, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 mei 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris en tegen een op 21 mei 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissingen.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman, op 4 juli 2008 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissingen
De selectiefunctionaris heeft op 8 mei 2008 het bezwaarschrift van klager, gericht tegen de beslissing hem – in afwachting van herselectie – te plaatsen in het huis van bewaring (h.v.b.) Doetinchem, ongegrond verklaard. De selectiefunctionaris heeft
vervolgens op 21 mei 2008 het bezwaarschrift van klager, gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Lelystad, ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 9 maart 2007 gedetineerd. Hij verblijft thans in de gevangenis Lelystad. Voorafgaand aan zijn plaatsing aldaar verbleef hij korte tijd in het h.v.b. Doetinchem. Voordien verbleef hij in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.)
Doetinchem.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is van mening dat hij ten onrechte is overgeplaatst. Klager is, in tegenstelling tot wat er in het selectieadvies staat, nooit politieagent geweest, maar lid van de commandotroepen van het Nederlandse leger. Hij heeft eerder een beroep tegen een
beslissing van de selectiefunctionaris gewonnen. Toen ging het om zijn overplaatsing naar een b.b.i. Klager had in de b.b.i. veel privileges omdat hij veel aan sport deed. Mogelijk dat medegedetineerden daar jaloers op zijn geworden. Klager vermoedt
daarom dat de dreiging die tot zijn overplaatsing heeft geleid, vanuit de inrichting afkomstig is geweest. Op 23 april 2008 is er een melding gekomen bij ‘misdaad anoniem’. De politie heeft dat vervolgens doorgegeven aan de inrichting en aan klager.
Klager vroeg daarop, omdat hij met verlof zou gaan, wat hij doen moest in verband met die dreiging. Uiteindelijk werd op 24 april 2008 klagers verlof ingetrokken en is hij in een gesloten afdeling geplaatst. Op 4 mei 2008 is hij vervolgens
overgeplaatst
naar de gevangenis Lelystad. Klager heeft geprobeerd nadere informatie op te vragen bij de politie Gooi en Vechtstreek. Daaruit bleek dat er geen verder onderzoek is gedaan naar de melding en de dreiging. De politie wilde dat niet per fax bevestigen.
Klager heeft toen aan medewerkers van het BSD verzocht om informatie bij de politie op te vragen. Dat hebben zij uiteindelijk omstreeks 10 juni 2008 gedaan. De politie gaf toen aan dat er nooit onderzoek is gedaan naar de melding. Omstreeks 18 of 19
juni 2008 heeft de selectiefunctionaris laten weten dat klager mogelijk in aanmerking zou komen voor hernieuwde plaatsing in een b.b.i. Uiteindelijk heeft de selectiefunctionaris klagers verzoek om overplaatsing naar een b.b.i. afgewezen. Daarbij heeft
hij aangegeven eerst de uitspraak van de beroepscommissie in de onderhavige zaak af te willen wachten. Klager heeft overigens twee weken geleden algemeen verlof gehad en dat is goed verlopen. Het gaat klager in deze zaak niet om een financiële
tegemoetkoming. Het gaat hem erom dat een en ander niet eerlijk is verlopen. Klager is weggeplaatst uit een b.b.i. terwijl er geen onderzoek is gedaan. Als dat onderzoek wel zou hebben plaatsgevonden, zou snel duidelijk zijn geweest in welke hoek de
bedreiging gezocht zou moeten worden.
Klagers raadsman heeft nog het volgende aangevoerd. De enkele anonieme melding van een bedreiging kan nooit een reden zijn om klager vanuit een b.b.i. over te plaatsen naar een gesloten setting. Een en ander is nooit echt onderzocht. Klager heeft door
deze beslissing van de selectiefunctionaris al enige maanden regimaire vrijheden moeten missen. De selectiefunctionaris heeft nog onlangs beslist dat een hij pas over een (terug)plaatsing in een b.b.i. wil nadenken nadat de beroepscommissie op deze
beroepen zal hebben beslist. Om die reden wil klager graag zo snel mogelijk een uitspraak van de beroepscommissie.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissingen als volgt toegelicht.
Klager is vanuit een b.b.i. – via een tijdelijke plaatsing ter herselectie in een h.v.b. – teruggeplaatst naar een normaal beveiligde inrichting. Reden voor deze beslissing was een bij de politie ingekomen anonieme melding aangaande klager. Deze
melding
hield in dat klager mogelijk van het leven beroofd zou kunnen worden. De politie heeft daarbij aangegeven dat voor de veiligheid van klager, die het daaropvolgende weekeinde verlof zou hebben, niet kon worden ingestaan. Niet is duidelijk geworden of
deze anonieme melding afkomstig was vanuit de b.b.i. Doetinchem of vanuit de vrije maatschappij. Uit inlichtingen van de inrichting en het Gedetineerden recherche informatiepunt (Grip) blijkt dat de melding is binnengekomen bij het meldpunt “Meld
Misdaad Anoniem”. Niet kon worden onderzocht waar deze melding vandaan is genomen. Klager is van deze melding op de hoogte gesteld. Het waarheidsgehalte van de melding kan volgens het Grip niet gecontroleerd worden. De reden voor de afwijzing van het
bezwaarschrift is gelegen in de omstandigheid, dat er kennelijk zowel binnen als buiten de muren van de b.b.i. Doetinchem dreiging voor klager aanwezig was en dat het ministerie verantwoordelijk is voor klagers veiligheid. Om die veiligheid zo goed
mogelijk te waarborgen is ervoor gekozen klager te plaatsen in een normaal beveiligde inrichting.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Lelystad is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager verbleef in de b.b.i. Doetinchem. Op 23 april 2008 is er bij de inrichting een melding ingekomen van een rechercheur van het Team Recherche Achterhoek, waarin wordt gemeld dat er bij de politie een melding is ingekomen inhoudende dat
klager mogelijk van het leven beroofd zou kunnen worden. Besloten is toen klager voor zijn eigen veiligheid in afzondering te plaatsen, in afwachting van herselectie. Klager is vervolgens door de selectiefunctionaris geselecteerd voor plaatsing in het
h.v.b. Doetinchem en tenslotte voor plaatsing in de gevangenis Lelystad.

4.4. Onweersproken is dat er bij de politie een melding is ingekomen waaruit kan blijken dat klagers leven – al dan niet bij verlof – gevaar kan lopen. Dit rechtvaardigde op zich een tijdelijke afzondering van klager voor zijn eigen veiligheid. Uit
hetgeen in beroep naar voren is gebracht blijkt dat klagers verblijf in de b.b.i. Doetinchem op bezwaren stuitte. Niet is gebleken dat klagers gedrag in de b.b.i. zodanig is geweest dat dit aan een verder verblijf in een b.b.i. in de weg zou moeten
staan. Het had daarom voor de hand gelegen om, in de tijd dat klager in afzondering verbleef, onderzoek te doen naar de inhoud van de telefonische melding. Er is weliswaar enig onderzoek gedaan maar dat heeft niet meer opgeleverd dan de mededeling dat
het waarheidsgehalte daarvan niet verder kon worden vastgesteld. Een en ander in onderling verband en samenhang bezien maakt het op zich begrijpelijk dat klager niet langer in de b.b.i. Doetinchem kon verblijven. Nu evenwel geen nieuwe feiten en
omstandigheden bekend zijn geworden omtrent de aard van de dreiging voor klagers leven, moet de beslissing om klager over te plaatsen naar een normaal beveiligde inrichting bij afweging van alle in aanmerking komende belangen te worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht in dit geval termen aanwezig voor de toekenning van een financiële tegemoetkoming en zal de hoogte daarvan vaststellen op € 200,=

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de beroepen gegrond en vernietigt de bestreden beslissingen.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe en stelt de hoogte daarvan vast
op € 200,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 14 juli 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven