Nummer 21/23960/GA
Betreft [Klager]
Datum 14 juli 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen het schenden van klagers privacy, doordat klagers niet aangevraagde detentieverklaring bij een medegedetineerde terecht is gekomen.
De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Dordrecht heeft op 20 oktober 2021 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (PD-2021-000593). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Dordrecht (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Bij de beklagcommissie zijn fouten gemaakt. Er zijn slechts aantekeningen gemaakt door de beklagcommissie en er is niet opgeschreven wat er precies is gebeurd. Pas op een later moment is het proces-verbaal van de zitting aan klager overhandigd. In dit proces-verbaal staan onjuistheden. Uit het proces-verbaal volgt dat er geen privacygevoelige onderwerpen in klagers detentieverklaring staan, maar die staan er wel. Klager heeft inmiddels een gesprek gehad met zijn casemanager. De casemanager heeft klagers detentieverklaring overhandigd en klager heeft kunnen inzien welke gegevens in deze verklaring zijn opgenomen. Hierin staan zijn geboortedatum en –plaats, in tegenstelling tot wat de directeur zegt.
Ook was er sprake van miscommunicatie over het tijdstip van de zitting en of klager al dan niet zou komen. Hierdoor kon klager bijna niet deelnemen aan de zitting bij de beklagcommissie.
Klager heeft geen detentieverklaring aangevraagd. Klagers dossier is echter wel doorgelicht en er zijn persoonlijke stukken van hem uitgereikt aan een medegedetineerde. Deze medegedetineerde had zelf een detentieverklaring aangevraagd, maar kreeg de detentieverklaring van klager. Een medegedetineerde met dezelfde achternaam als klager, noemde klagers voornaam. De medegedetineerde kent klagers voornaam, omdat hij in het bezit was van klagers detentieverklaring. Klager schrok ervan dat een medegedetineerde zijn voornaam kende en in het bezit was van klagers detentieverklaring door een fout van een personeelslid. Klager vroeg aan hem welke gegevens hij nog meer had van klager. Dit is voor klager niet helemaal duidelijk geworden, behalve dat de medegedetineerde op de hoogte is van zijn voor- en achternaam en zijn geboortedatum.
Er is sprake van een zeer ernstige fout waardoor klagers privacy is geschonden. De vergelijking die door de directeur wordt gemaakt, namelijk dat deze situatie vergelijkbaar is met het foutief sturen van een poststuk buiten de inrichting, klopt niet. Klagers dossier is namelijk bekeken en hiervan zijn stukken verstuurd. Daarnaast zijn klagers gegevens in handen gesteld van een medegedetineerde die uit het criminele milieu komt. Dit brengt extra risico’s met zich mee.
Hoewel de directeur zijn excuses heeft aangeboden voor de fout die is gemaakt, is dit niet voldoende voor genoegdoening. Klager wenst een tegemoetkoming. Klager wenst extra tijd te krijgen om na te denken over de hoogte van de tegemoetkoming. Daarbij houdt hij er ook rekening mee dat de directeur onjuiste informatie heeft gegeven ter zitting van de beklagcommissie. Het afdelingshoofd heeft zijn excuses niet aangeboden. Klager heeft geen vertrouwen meer in het systeem, omdat het al vaker is misgegaan.
Standpunt van de directeur
Het beroepschrift brengt geen nieuwe feiten naar voren die niet al zijn besproken en beoordeeld door de beklagcommissie. Tijdens de zitting van de beklagcommissie heeft de directeur niet tegengesproken dat door feitelijk handelen een fout is begaan. Er is geen sprake van opzet en er is geen concrete opdracht gegeven door de directeur. Door de directeur zijn wel excuses aangeboden.
De fout heeft echter niet geleid tot nadeel en/of schade voor klager. Een compensatie, zoals klager verzoekt, naast het gemaakte excuus, is daarmee niet op zijn plaats. De beklagcommissie heeft juist geoordeeld.
3. De beoordeling
Gebreken behandeling door de beklagcommissie
Voor zover het beroep de klacht betreft, dat sprake is geweest van gebreken bij de behandeling door de beklagcommissie, kan dit niet tot een gegrondverklaring van het beroep leiden, nu in beroep een nieuwe behandeling van het beklag plaatsvindt.
Ontvankelijkheid
De beroepscommissie stelt voorop dat de directeur ervoor dient te zorgen dat het recht op privacy zoveel – als redelijkerwijs mogelijk – wordt gewaarborgd. Hieronder valt ook dat er zorgvuldig wordt omgegaan met privacygevoelige stukken en dat deze stukken bij de juiste gedetineerde terechtkomen, om te voorkomen dat niet gerechtigde anderen inzage (kunnen) hebben in de stukken. Klager had vanwege de vermeende schending van zijn recht op privacy, dat is neergelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zijn beklag moeten worden ontvangen. De beroepscommissie zal daarom de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag. Zij zal het beklag om proceseconomische redenen zelf als enige en hoogste instantie inhoudelijk behandelen.
De beroepscommissie merkt volledigheidshalve op dat voor de afhandeling van datalekken de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens een afzonderlijke procedure kent. Dit neemt niet weg dat op grond van artikel 8 EVRM een gedetineerde zich moet kunnen beklagen bij de beklagcommissie en vervolgens in beroep bij de beroepscommissie, indien sprake is van schending van een fundamenteel recht.
Inhoudelijke overweging
Niet ter discussie staat dat klagers detentieverklaring door een fout van een personeelslid terecht is gekomen bij een medegedetineerde. Deze fout wordt ook door de directeur erkend. Door deze fout is sprake van een schending van klagers privacy. Dat er geen sprake is van opzet en de directeur geen concrete opdracht heeft gegeven, leidt niet tot een ander oordeel. Het beklag van klager zal dan ook gegrond worden verklaard.
Bij de beoordeling of aan klager een financiële tegemoetkoming moet worden toegekend, zal acht worden geslagen op de ernst van de privacy schending. Volgens de directeur staan in de detentieverklaring klagers naamgegevens en het feit dat klager is gedetineerd. Er staan geen adresgegevens in, anders dus dan klager stelt. De beroepscommissie heeft geen redenen om te twijfelen aan de juistheid van deze inlichtingen. Verder neemt de beroepscommissie mee dat de directeur zijn excuses heeft aangeboden.
Gelet op het voorgaande – in onderling verband en samenhang bezien – ziet de beroepscommissie geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Deze uitspraak is op 14 juli 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. A. van Holten, voorzitter, mr. L.C.P. Goossens en mr. A.B. Baumgarten, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.
secretaris voorzitter