Nummer: 08/1238/GB
Betreft: [klager] datum: 10 juli 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 22 mei 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) opnieuw afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 19 januari 2006 gedetineerd. Hij verblijft in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Amerswiel te Heerhugowaard.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Naar aanleiding van de uitspraak van 25 april 2008 in de zaak 07/3105/GB, waarbij klagers beroep gegrond is verklaard en de selectiefunctionaris is opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen, is na ruime overschrijding van de gestelde termijn beslist
om klagers verzoek opnieuw af te wijzen. Verwezen wordt naar vaste jurisprudentie van de beroepscommissie. De selectiefunctionaris heeft dezelfde argumentatie opnieuw gebruikt. Klager komt vanaf 20 mei 2008 in aanmerking voor een penitentiair
programma.
In hogere wetgeving is geen beletsel opgenomen voor doorstroming bij een vermogenssanctie. In de richtlijnen voor het penitentiair programma is opgenomen hoe de inrichting bij doorfasering betalingsregelingen dient te treffen bij vermogenssancties. Een
betalingsverplichting in deze vorm verhoudt zich niet met artikel 2 onder d. van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden. Er is geen Terwee-maatregel tenuitvoergelegd maar wel verlof gegeven om de vervangende hechtenis ten
uitvoer te leggen. Vervangende hechtenis is dan ook de titel van zijn huidige vrijheidsbeneming. Volgens de memorie van toelichting op de Pbw moet vervangende hechtenis als een lichtere straf worden gezien. Het gaat hier niet om niet willen betalen
maar
om de onmogelijkheid om te kunnen betalen. De advocaat-generaal bij het gerechtshof Amsterdam zal binnenkort oordelen over de rechtmatigheid. Verzocht wordt om opnieuw de bestreden beslissing te vernietigen en op te dragen een nieuw beslissing te nemen
binnen gestelde termijn en om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Verzocht wordt om zo spoedig mogelijk uitspraak te doen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft een ontnemingvordering - de beroepscommissie leest hiervoor in de plaats: schadevergoedingsmaatregel - opgelegd gekregen van € 109.895,94. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komt
hij niet in aanmerking voor een z.b.b.i. Gezien het feit dat klager niet tot betaling is overgegaan, is de Terwee-maatregel ten uitvoer gelegd, een pressiemiddel om klager alsnog te dwingen om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Het
dwingende
karakter van de Terwee-maatregel verhoudt zich niet met de vrijheden die verbonden zijn aan een z.b.b.i.-regime. Nu de Terwee-maatregel ten uitvoer is gelegd, is een betalingsverplichting niet meer mogelijk, dus ook plaatsing in een penitentiair
programma met elektronisch toezicht is niet meer mogelijk.
4. De beoordeling
4.1. Klager is thans gedetineerd in het kader van de oplegging van een zogenaamde
Terwee-maatregel, een schadevergoedingsmaatregel, waarbij in geval van niet (volledige) betaling noch (volledig) verhaal ‘vervangende’ hechtenis wordt toegepast. Gelast is dat 360 dagen ‘vervangende’ hechtenis worden tenuitvoergelegd.
4.2. De beslissing tot afwijzing van klagers verzoek om hem naar een z.b.b.i. over te plaatsen is genomen naar aanleiding van een uitspraak van de beroepscommissie van 25 april 2008 07/3105/GB, waarbij de eerdere beslissing van de
selectiefunctionaris is vernietigd en is opgedragen een nieuwe beslissing te nemen, zulks met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie.
Het beroep dat in de bestreden beslissing wordt gedaan op art. 2 van de Regeling gaat niet op nu dit een openstaande zaak betreft en in dit geval de tenuitvoerlegging wegens het openstaande bedrag reeds wordt ondergaan. Voor het overige heeft te gelden
dat door de selectiefunctionaris gronden zijn aangevoerd welke de beroepscommissie eerder onvoldoende heeft geacht en er geen andere gronden, feiten en/of omstandigheden zijn aangevoerd, die een afwijzing zouden kunnen rechtvaardigen. De bestreden
beslissing kan niet in stand blijven. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd.
De beroepscommissie vernietigt de beslissing van de selectiefunctionaris en de selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen.
De beroepscommissie zal in een afzonderlijke beslissing bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij zal in een afzonderlijke beslissing bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 juli 2008
secretaris voorzitter