Nummer: 08/893/GB
Betreft: [klager] datum: 10 juli 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.N. Dijkers, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 3 april 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Almere-Binnen afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 20 december 2007 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. Lelystad.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Door de selectiefunctionaris is gesteld dat het h.v.b. Lelystad in de omgeving van het parket van insluiting staat, maar het h.v.b. Almere-Binnen bevindt zich tevens in die omgeving. Het is niet juist dat klager bezoek van zijn moeder zou ontvangen.
Zijn moeder is beperkt mobiel en de afstand Almere-Lelystad trekt een te grote wissel op haar uithoudingsvermogen. In Almere zou klager wel bezoek van zijn moeder ontvangen. Klager heeft inderdaad diverse keren bezoek van zijn vriendin ontvangen. Dit
heeft echter veelal plaatsgevonden onder begeleiding van de inrichtingshumanist omdat klager bedreigd wordt door medegedetineerden en vreest voor de veiligheid van zijn vriendin. Om die reden durft zijn vriendin hem momenteel niet bezoeken. Klager
wordt
dagelijks verbaal bedreigd door medegedetineerden en tevens gechanteerd door medegedetineerden. Door p.i.w.-ers is documentatie over klager binnen de inrichting verspreid. Het Openbaar Ministerie heeft geen bezwaar tegen overplaatsing van klager.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is gedetineerd voor het parket Lelystad en verblijft in een h.v.b. van het parket van insluiting. Slechts in bijzondere gevallen wordt alsnog tot overplaatsing overgegaan. Een medische onderbouwing ontbrak. De medisch adviseur heeft aangegeven
dat er geen reden is tot overplaatsing op medische grond. Niet ontkend wordt dat het voor familie lastig is om klager te bezoeken. Na onderzoek is gebleken dat klager wekelijks bezoek krijgt van zijn vriendin en dat zijn moeder ook een aantal malen op
bezoek is geweest..
Uit informatie van de inrichting blijkt niet dat klagers veiligheid in het geding is. Klager staat bekend als een zeer manipulatief persoon die niet terugdeinst om middels leugens en bedrog zijn zin te krijgen.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. De wetgever hanteert het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Slechts in geval van aanwezigheid van bijzondere
omstandigheden betreffende de persoon van de gedetineerde kan van dit uitgangspunt worden afgeweken. Door klager is, zonder onderbouwing, gesteld dat er medische redenen zouden zijn om hem in het h.v.b. te Almere te plaatsen. Uit de verklaring van de
medisch adviseur volgt echter dat er geen sprake is van medische redenen om klager over te plaatsen. Uit de inlichtingen van de inrichting volgt niet dat klagers stelling dat hij bedreigd zou worden in de inrichting door medegedetineerden juist zou
zijn. De inrichting stelt zich op het standpunt dat klager manipulatief is, niet terugdeinst om met leugens en bedrog zijn zin te krijgen en op zijn minst een zeer rijke fantasie kan worden toegedicht. Er is niet gebleken van bijzondere omstandigheden
die tot afwijking van bovenstaand uitgangspunt zouden dienen te leiden. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende
belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen, mede gelet op de afstand tussen Lelystad en Almere.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 juli 2008
secretaris voorzitter