Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1615/STA, 3 juli 2008, schorsing
Uitspraakdatum:03-07-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1615/STA

betreft: [klager] datum: 3 juli 2008

De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, tevens klaagschrift, ingediend door mr. C.F. Wassenaar, namens

[...], verder verzoeker te noemen, ten tijde van het verzoek verblijvende in FPC Veldzicht, locatie Grittenveld te Hoogeveen (hierna: locatie Grittenveld).

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 64 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van 2 juli 2008 van het hoofd van FPC Veldzicht te Balkbrug (hierna
Veldzicht), inhoudende overplaatsing van verzoeker van de locatie Grittenveld naar Veldzicht.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van het hoofd van voornoemde inrichting van 3 juli 2008.

1. De standpunten
Namens verzoeker is aangevoerd dat hem op 2 juli 2008, rond 16.30 uur, zonder opgaaf van redenen is meegedeeld dat hij op 3 juli 2008 zal worden overgeplaatst naar Veldzicht. Deze mededeling is gedaan door het afdelingshoofd, die aangaf de
achterliggende reden niet te kennen. Nu de reden van overplaatsing niet kenbaar is gemaakt, is sprake van schending van een recht. Verzoeker kan immers zijn bezwaren tegen de overplaatsing niet toesnijden op de argumenten van Veldzicht. Reeds op grond
daarvan komt het schorsingsverzoek voor toewijzing in aanmerking. Verzoeker wenst in Grittenveld te blijven, omdat dit verblijf hem stabiliteit verschaft. Hij wordt niet behandeld, omdat hij intramuraal is uitbehandeld, ongewenst is verklaard en wacht
op uitzetting naar Turkije. Deze situatie zal op welke afdeling van Veldzicht dan ook niet anders zijn. De ongewenstverklaring maakt behandeling immers onmogelijk. Dit is een omstandigheid die buiten de macht van verzoeker en Veldzicht ligt.
Op grond van de Bvt staat alleen een rechtsmiddel open tegen een interne overplaatsing naar een afdeling voor intensieve zorg, en niet tegen andere interne overplaatsingen. De onderhavige overplaatsingsbeslissing moet, mede in het licht van dit
appelverbod, worden doorbroken, gelet op de achtergrond van dit appelverbod. Daarbij moet bovendien worden betrokken dat verzoeker zich al in een bijkans uitzichtloze situatie bevindt, die de grenzen van artikel 5 EVRM zal gaan overschrijden als het
moment daar is dat alles is ondernomen om verzoeker over te dragen aan Turkije. Een volgende op pure willekeur gebaseerde overplaatsing zal het gevoel van onmacht bij verzoeker doen toenemen. Niet is uitgesloten dat verzoekers geestelijke conditie zal
verslechteren. Op zijn minst moet daarom door een arts worden beoordeeld of deze overplaatsing wel zinvol is. Thans is er geen enkele medische legitimatie voor de bestreden overplaatsing.

Uit de inlichtingen van het hoofd van Veldzicht komt naar voren dat is besloten verzoeker van de locatie Grittenveld over te plaatsen naar de afdeling noord 3 van Veldzicht, eveneens een afdeling voor tbs-patiënten met de status van ongewenst
verklaarde
vreemdeling. Met deze overplaatsing wordt gevolg gegeven aan de uitspraak van de beroepscommissie van 19 december 2007, kenmerk 07/155/TA.

2. De beoordeling
Uit de inlichtingen van het hoofd van Veldzicht komt naar voren dat verzoeker van de locatie Grittenveld wordt overgeplaatst naar afdeling 3 van Veldzicht, niet zijnde een afdeling voor intensieve zorg. Beide afdelingen betreffen een afdeling voor
tbs-gestelden, die tot ongewenst vreemdeling zijn verklaard en uitgezet zullen worden.

Krachtens de Bvt is een beslissing tot interne overplaatsing naar een afdeling, niet een afdeling voor intensieve zorg zijnde, niet beklagwaardig. Dit is op grond van artikel 56, eerste lid, onder e, Bvt alleen anders, als die interne
overplaatsingsbeslissing een schending van een in de wet of verdrag neergelegd recht oplevert. Daarvan is, naar het voorlopig oordeel van de voorzitter, in het onderhavige geval geen sprake.
Daarbij is in aanmerking genomen dat in de Bvt geen hoor- en/of mededelingsplicht is neergelegd voor een interne overplaatsingsbeslissing als de onderhavige. Dit neemt niet weg dat het, gelet op de rechtspositie van tbs-gestelden, wenselijk is dat de
reden van de overplaatsingsbeslissing wel kenbaar wordt gemaakt, maar het niet kenbaar maken daarvan levert op zich geen schending op als bedoeld in artikel 56, eerste lid, onder e, Bvt.
Voorts is daarbij in aanmerking genomen dat, naar het voorlopig oordeel van de voorzitter, met de bestreden interne overplaatsing daadwerkelijk gevolg wordt gegeven aan de uitspraak van de beroepscommissie 07/155/TA van 19 december 2007. De
beroepscommissie heeft bij die uitspraak het beroep van het hoofd van Veldzicht tegen de gegrondverklaring van verzoekers klacht over verdergaande beperkingen in de locatie Grittenveld dan elders in Veldzicht - voor zover hier van belang - ongegrond
verklaard, voor zover verzoeker langer dan negen maanden in de locatie Grittenveld verblijft. De beroepscommissie heeft daartoe overwogen dat het in negatieve zin in sterke mate afwijken van de regels in de locatie Grittenveld van de elders in
Veldzicht
geldende regels aanvaardbaar is indien, en zolang, duidelijk is dat uitzetting naar het land van herkomst een reële optie is, dat resocialisatie in Nederland redelijkerwijs kan worden uitgesloten, en dat de uitzetting op afzienbare termijn kan worden
gerealiseerd, alsmede dat in dit verband een verblijfsduur van meer dan negen maanden niet acceptabel is. Bij deze uitspraak heeft de beroepscommissie bepaald dat verzoeker een tegemoetkoming toekomt van € 300,= per maand vanaf de datum dat klager
langer dan negen maanden de beperkingen van de locatie Grittenveld ondergaat tot het einde van die beperkingen, met dien verstande dat dit bedrag telkens na het verstrijken van een periode van drie maanden wordt verhoogd met een bedrag van € 125,= per
maand.

In het licht van het vorenstaande kan verzoeker niet in het schorsingsverzoek worden ontvangen.

3. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.

Aldus gegeven door mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 3juli 2008

secretaris voorzitter

Naar boven